Page 28 - DE BRANDWEERKAZERNE

26
De zone Henegouwen-Oost bestrijkt vandaag het grondgebied van
22 gemeentes: Aiseau-Presles, Anderlues, Beaumont, Charleroi,
Châtelet, Chimay, Courcelles, Erquelinnes, Farciennes, Fleurus,
Fontaine-L’Evêque, Froidchapelle, Gerpinnes, Ham-sur-Heure/
Nalinnes, Les Bons Villers, Lobbes, Merbes-le-Château, Momignies,
Montigny-le-Tilleul, Pont-a-Celles, Sivry-Rance enThuin. De res-
pectieve burgemeesters van die gemeenten vormen samen de
zoneraad. De totale oppervlakte van de zone Henegouwen-Oost
is 1111,32 ha (1111 km2), omgerekend 3,64 % van de totale opper-
vlakte van België (30.528 km2).
O. : ‘De duistere kant wordt verborgen! Die houden we voor ons!
Thuis hebben we het enkel over de positieve kant van ons beroep!
Het is een erg zwaar beroep! Maar we trekken een duidelijke grens
tussen ons werk en ons gezinsleven. Het gezin voelt de stress soms
ook. Wij moeten hen ervan afschermen! Dus spreken we thuis
niet over de interventies! Dat we de duistere kant onder ons delen
schept ook een band. Maar de mentaliteitsverandering en de komst
van het internet hebben ons individualistischer gemaakt. Tussen de
interventies door hebben we minder onderling contact. Vandaag zit
iedereen voor een tablet of computer. Vroeger praatten we, of we
speelden gezelschapsspelletjes tijdens onze vrije uren. Maar sport is worden in vier aparte zones:
nog steeds een uitstekend tref- en verzamelpunt, en het scherpt de
korpsgeest aan. Ook de soupers brengen ons bij elkaar, samen met
onze gezinnen. Met Sint-Barbara maken we de hele garage leeg en
zetten we de tafels klaar voor het banket. Dat is belangrijk!’
De nieuwe indeling in hulpverleningszones heeft ook als gevolg
dat de brandweerdiensten voortaan geen gemeentelijke bevoegd-
heid meer zijn en bijgevolg niet meer kunnen rekenen op de
gemeentediensten voor loopbaanadministratie, facturatie, bezoldi-
ging, toezicht op overheidsopdrachten …
Ze moeten nu dus zelf de noodzakelijke structuren voor hun
gezamenlijk functioneren opzetten en op eigen benen staan.
Op administratief vlak worden de hulpverleningszones naar ana-
logie met de politiezones (die intussen al een tiental jaar opera-
tioneel zijn) bestuurd door een goed uitgebouwde hiërarchische
administratieve structuur, bestaande uit calogs, (logistieke en
administratieve kaders) verdeeld over meerdere departementen
(HR, marketing, public relations, ICT, financiën …), en onder leiding dagen recuperatie per wacht van 24 uur, van 7.30 tot 7.30 u (dat
van een directeur.
Het operationele luik wordt geleid door een Zonecommandant die
bij het nemen van beslissingen bijgestaan wordt door eenTechni-
sche Commissie bestaande uit stafofficieren van diverse departe-
menten.
O. : ‘Op historisch vlak, is het dus voor het eerst dat de brandweer
van Charleroi een gebouw op maat zal krijgen, een gebouw dat
perfect aansluit op hun behoeftes.’
HOE MOETEN WE ONS EEN BRANDWEERKAZERNE NU PRECIES
VOORSTELLEN?
O. : ‘Een brandweerkazerne is een soort “snelheidsfabriek”. Een van
de eerste vereisten van de interne organisatie van zo’n soort gebouw
is dat interventiewagens een zo kort mogelijk parcours moeten af-
leggen, zowel qua tijd als qua afstand. En dat op een manier die het
leven en het werk van de mensen die er verwijderen verblijven zo
aangenaam mogelijk maakt. Met die notie “interventiesnelheid” moet
bij het ontwerpen van de ruimtes volop rekening worden gehouden.’
De functies van een brandweerkazerne kunnen vandaag ingedeeld
– de zone met de centrale hal, de mechanische werkplaatsen,
de garages, de opslagruimtes en de vertrekken voor de speciale
diensten;
– de 24-urenleefzone voor de brandweerlui, de ambulanciers
en de noodoproepcentrale;
– de oefenzone en de inrichting van de buitenruimte;
– de administratieve zone met kantoren, vergaderzalen
en klaslokalen.
De drie eerste moeten absoluut voldoen aan de vereisten
van de ‘snelheidsfabriek’.
HOE ZIET HET LEVEN VAN EEN BRANDWEERMAN ERUIT?
O. : ‘Er is een onderscheid tussen administratief en operationeel
personeel. De eersten werken van 7.30 tot 16.00 u. Het operationeel
personeel werkt in vier compagnieën (elk opgesplitst in drie secties
met een onderlinge maandelijkse rotatie om de interventies van de
vooruitgeschoven post van Jumet te garanderen) en dat krijgt drie
regime geldt niet voor officieren, die per wacht van 24 uur slechts
één dag recuperatie hebben en daarnaast ook administratieve taken
moeten uitvoeren).’