186
EUROPA
2013.11.19
2013.03.29
Tot slot was er de vierde fase (ACO). De langst durende fase, met een budget dat tien
keer groter was dan dat van de fase ervoor. Maar zonder die voorafgaande fasen, waarbij
onbekende vervuiling werd ontdekt en werken moesten gebeuren die niet van tevoren
waren ingepland, was de bouwfase niet kunnen beginnen. De funderingen moesten
worden versterkt, er moesten meer funderingspalen worden geslagen. Ondervan-
gingswerken, die heel oordeelkundig zijn uitgevoerd, hebben belangrijke archeologi-
sche informatie aan het licht gebracht: de mallen van de voluten die het fries onder de
kroonlijst van de Résidence Palace versieren, waren gemengd onder de grond en het
puin voor de ophogingen die nodig waren voor de deklagen van de onderbouw van het
oude gebouw. Het valt niet mee de logistieke inspanningen te ontwarren van de drie of
vier deelwerven die tijdens deze ACO-fase tegelijk bezig waren: die van de lantaarn, de
spectaculairste en de ingewikkeldste; die van de nieuwe binnengevels, waarvan er één
de spoorwegtunnel overbrugt en de andere dienstdoet als schoor- en verbindings-
wand tussen de lantaarn en de Résidence Palace; het oude gebouw zelf waarvan de
gevels gerestaureerd zijn en één travee volledig opgefrist is: dubbele beglazing, maar in
oud ogende raamlijsten; het siersmeedwerk van de leuningen; lambriseringen, vloeren,
lichtreflectoren in de vensteropeningen, de afwerking aan de binnenkant. Op de dag
van mijn bezoek (21 september 2012) werd er gepraat over de stabiliteit van de nieuwe
constructies (een metalen structuur van 5.000 ton, de helft van het totaalgewicht van
de Eiffeltoren) en de kleurschakeringen voor de imitatienatuursteen die de hoge muren
van de oude wanden zal bekleden. Er wordt ook gesproken over vertragingen en het
herschikken van de bouwfasen.
De macht van de architectuur schuilt in haar bouwkundige roeping en haar relatie met
zowel de meest universele functies van het sociale leven – wonen, opvoeden, ver-
zorgen, handel drijven, besturen – als de instellingen die die functies in de openbare
ruimte vertegenwoordigen. Met Europa blijft het architecturale werk niet beperkt tot
het optrekken van een gebouw; het is de afspiegeling van een ander bouwwerk, het
evenbeeld van de instelling die in het nieuwe gebouw haar intrek zal nemen. Door zijn
architecturale, ingenieuze en creatieve inbreng symboliseert de nieuwe zetel van de
Europese Raad de bloei van die uitzonderlijke politieke creatie die jaar na jaar meer
landen van het oude continent bijeenbrengt in de schoot van de Europese Unie. De
moeilijkheden, de traagheid en de conflicten zijn die van iets wat volop in beweging is,
gedragen door de vastberadenheid van de stuwende krachten en de intuïtie voor het
doel dat moet worden bereikt. Welk doel? Vandaag is men ongetwijfeld de ‘construc-
tivistische’ – en gevaarlijke – verwantschap vergeten tussen artistieke en politieke cre-
atie: ze is zo dringend als een pacifistische revolutie, de richting die ze uitgaat, wordt
bepaald door de oplossingen voor de opeenvolgende crisissen. Maar het doel zelf blijft
onzeker, want het is de daadkracht van de Unie zelf die het doel moet onthullen. De
lidstaten van de Europese Unie zijn op weg naar een nooit eerder geziene vorm van
politieke eenheid, ze worden ertoe gedreven door de wens om de vrede te handhaven
die er is gekomen na tientallen jaren van extreem geweld; geleid door het geweten van
de nieuwe machtslichamen waartoe de evoluties en emancipatorische bewegingen
in de moderne wereld hen verplichten toe te treden. Het bouwterrein van Europa is
volledig in harmonie met het institutionele bouwterrein; het gebouw heeft de aspiratie
een vlaggenschip te worden, een symbool van de uitvoerende macht van Europa en
van de politieke uitstraling die men daarvan verwacht.
WERKZAAMHEDEN IN UITVOERING