451-STATION ROTTERDAM CENTRAAL

Rotterdam
NEDERLAND

50.000 m² (luifel) ; 17.500 m² (station) ; 210.000 m² (masterplan) : 2003 ; (01/451).

Uitgevoerde diensten :
• Masterplanning.
• Architectuur.
• Stabiliteit.
Beschrijving :
  1. INBEDDING IN HET STADSWEEFSEL

Symbolisch reikt het project zijn armen naar de stad zowel in het noorden als in het zuiden. De karakteristiek van de brede boomrijke boulevards met hun grote sociale belang moet zich dan ook verderzetten ter hoogte van het station, in één van de belangrijkste groene aders van de stad.

De dynamische verticaliteit van Rotterdam is hier een kostbare hulp omdat ze de cohesie toelaat van stedelijk weefsel door een verhoogd park, niet enkel als sociale link tussen het noorden en het zuiden, maar ook als cultureel doel op zich.

Het culturele park, de groene sleutel van de stad (symbool van de toegang met openbaar vervoer) vormt de vijfde gevel, niet alleen van de grote stationshal, van de hal boven de perrons en van de verderzetting aan het Proveniersplein, maar ook van een nieuwe elegante en culturele overdekte promenade op het Kruisplein.

Een enige gevel ten zuiden van de Weena is zeker van voren waarneembaar vanaf het Kruisplein maar enkel zijdelijngs vanaf de Weena. Daarom stelt het project 3 toegangsgevels voor die tesamen een zonnewijzer vormen en een evident richtpunt zijn in de stad.

De huisvesting, bureaus en socio-culturele ruimte vertalen zich in een opeenvolging van slanke torentjes langs een vloeiende curve aan de zuidelijke rand van de sporen. Het licht speelt er als in een bomengordijn langs de rand van een rivier. Hun fijne silhouetten markeren de doorgang van het spoor in de stad. Hun bescheiden proporties laten een zachte cohabitatie toe met de monumenten en wolkenkrabbers in hun omgeving. Ze zijn ontworpen met een hoeveelheid van 27 en een variante van 20. Deze schikking is niet enkel doordringbaar voor het zicht maar ook voor de wind zodat een aangenaam klimaat gegarandeerd wordt zowel voor de bewoners van het gebouw als voor de voorbijgangers.

Een akoestisch en anti-stofscherm beschermt hen tegen de sporen.

 

  1. STATION

2.1 De inkom van het station bevindt zich ten zuiden van het Kruisplein in het hart van de stad

Deze inkom wordt gevormd door een geanimeerde culturele en winkelgalerij, waarin ook de tram passeert. Natuurlijk daglicht dringt hierin binnen via de dakkoepels en via de zijdelingse gevels met glaslamellen vanaf 4m hoog. De begane grond wordt voorzien van een houten vloerbekleding zoals een havensteiger, welke verder doorloopt over de terrassen ten westen van het Kruisplein.

Er zijn vijf gesloten hoofdvolumes voorzien voor diensten en commerciële functies. Er is een goede doorstroombaarheid naar de 2 commerciële en culturele gevels welke het Kruisplein begrenzen.

De gewelven van de structuur worden verlicht bij bewolking, bij valavond, en ’s nachts om een gezellige sfeer te creëren. De plek laat straatanimatie toe.

De galerij op het Kruisplein met zijn verticale circulatiekernen naar het park maakt eveneens een sociaal aangename wijze van toegang mogelijk tot de toekomstige openbare parking door hiervoor ten volle de voorziene liften en trappen te benutten.

 

2.2 Het park als verbinding, als ontbrekende schakel in de groenstructuur, als thema-park, als cultuurpark

Het park op het dak vangt ook aan ten zuiden van het Kruisplein. Een capaciteitsberekening toont aan dat men met 3 liften van 25 personen in minder dan 25 seconden kan men het park betreden en meer dan 3000 wandelaars per uur kunnen het park bereiken. Tegelijkertijd wordt de segregatie t.o.v de mindervaliden opgeheven. Zo worden er 3 liften voorzien aan het Zuid-Kruisplein, 2 groepen van 2 liften ter hoogte van de kruising van de promenade met de Weena en een laatste groep van 3 liften met trappen ter hoogte van het Proveniersplein in de as van de compositie. Comfortabele wenteltrappen zijn op regelmatige afstand voorzien aan de westgevel. Passerelles laten een toegang op hoogte toe. Wij zien dan ook een nieuw groot cultureel gebeuren in Rotterdam.

Er wordt voorgesteld om de doorrit van wagens ter hoogte van de Weena te schrappen. Ook wordt er voorgesteld om de 2 fietspaden ter hoogte van de kruising van de Weena met het Kruisplein te centreren in de oost-west-as van de Weena en om ze 1m in de grond te laten zakken op deze plek. Dit laat een voetgangerspasserelle toe. Zo wordt iedere kruising van de voetgangers zowel met automobilisten als zelfs met de fietsers om in de stationshal toe te treden vermeden.

Het beeldenpark neemt opeen volgend de vorm aan van de winkelpromenade, de stationshal en de perronoverkapping. Hij wordt ook toegevoegd aan het uitzicht vanaf het mythische venster van de cinema van het Groothandelsgebouw.

Het park is beplant met moeraseiken op een regulier plan overeenkomend met de kolommen van de betonnen gewelven ingeplant op een rechthoekige stramien van 20 m x 30 m. Het grondpakket bedraagt op zijn laagste punt 2.5m. Bogen in ladderstangen in roestvrij staal laten toe dat de wortels van de bomen zich rondom ontwikkelen, zodat deze laatste bij zware storm of wind niet kunnen ontwortelen. De parterres van grondbedekkers ritmeren de compositie van het park naargelang de beelden.

De licht- en ventilatie-openingen verlichten de hoofdonderdoorgang van het station. De lichtgaten, 10 m diameter, zijn ingeplant in het midden van ieder raster van 4 kolommen. Glazen cilinders van 1.80m hoog verzekeren de fysieke scheiding met de spoorweginfrastructuur. Ook de de zijdelingse randen ten oosten en ten westen van het park zijn voorzien van een bescherming.

 

2.3 De Stationshal

De uitgestrekte hal met zijn structuur in betonnen gewelven beslaat de toegelaten oppervlakte op de grond. De monumentaliteit van de hal vloeit voort uit zijn omvang in grondplan, en niet uit zijn hoogte die veel kleiner is dan die van het Groothandelsgebouw. Zijn gevels bestaan uit twee delen, het onderste gedeelte is opgebouwd uit ramen openklapbaar in de zomer, het bovenste gedeelte over een hoogte van 10m is opgebouwd uit lamellen in enkel glas. Een quartz-IR buisverwarmingssysteem op 4m hoogte, verzekert het comfort in de winter. De houten vloer daalt met een zachte helling van 3% naar de galerij onder de sporen, wat toelaat de hoogte onder het plafond van deze laatste aanzienlijk te vergroten. En zo is het eveneens mogelijk de mezzanine van het metrostation te bereiken via een zachte helling in tegengestelde richting. De andere kernen van verticale circulatie naar de metro praktisch ongewijzigd blijven.

De grote koepel in glas die de mezzanine van de metro verlicht, bevindt zich in het verlengde van deze toegangshelling. Beglaasde deuren scheiden het volume van de metro met dat van de stationshal.

De oppervlaktes, die buiten de fluïde zones van doorgang in de hal, of de wacht- en afspraakzones vallen, vormen de gesloten ruimtes die handel en diensten bevatten. De winkel- en dienstenzone strekt zich verder uit langs de zuidzijde van de sokkel van de sporen, in het westen naar het busstation en in het oosten naar de zone voor taxi’s en kiss & ride. Bijkomende winkel- en dienstenoppervlakte bevindt zich op de eerste verdieping van de hal.

Een luifel van bijna 1km lengte en 30m breedte ontplooit zich van oost naar west loodrecht op de hoofdas langs de sokkel van de sporen en onder de voorgestelde torengebouwen. Hij heeft in de onmiddellijke nabijheid van de hal als belangrijkste functie de natuurlijke begeleidende en beschermende verderzetting ervan te verzekeren voor de reizigers van het busstation in het westen en voor de toegangszone tot de tram en taxi’s in het oosten evenals voor de kiss & ride aan beide zijden. Deze luifel overdekt ook de twee niet-bewaakte fietsenparkingzones. Zij worden gevormd uit een structuur in doorlopende helling met een vrije breedte van 12m die 3100 fietsen beschut. De bewaakte fietsenstalling van 3500 fietsen wordt ondergronds geplaatstten zuiden van de metro onder de hal en het plein dat het scheidt van het Groothandelsgebouw.

Dit plein dient als zuidwestelijk terras voor verschillende horeca-activiteiten van de hal.

De noordgevel in de hal is volledig geopend aan zijn basis naar de galerij onder de perrons, en deze toegang is van boven afgesloten met de aankondigingsband van de treinen van 2 à 3 m hoogte over de volledige breedte van de hal, nl. 66m. Uiteindelijk wordt de gevel afgesloten met een grote beglaasde muuropening waardoorheen het spoorwegverkeer en de verderzetting van het dak zichtbaar zijn.

 

2.4 Reizigersgalerij

De brede galerij die onder de sporen doorgaat en toegang geeft tot de perrons is vooreerst over de volledige breedte uitgerust met grote stroken van lichtdoorlatende glastegels in het plafond, dit ter hoogte van de trappen en de roltrappen naar de platforms. Deze schikking afgestemd op de lichtputten voorzien in de overdekking van de perrons heeft tot doel op natuurlijke wijze en maximaal de galerij te verlichten.

De vergroting van de hoogte onder het plafond geeft een uitbreiding van het visuele volume.

Aan de westkant van de reizigersgalerij zijn 8 winkel- en dienstenvolumes tussen de toegangen naar de perrons met vitrines als  verticale half-cilinders om de visuële kwaliteiten van de galerij te verbeteren en met een doorlopende, toegankelijke en geanimeerde vitrine aan de onderdoorgang voor voetgangers en fietsers. De oostkant van de galerij kan culturele en publicitaire oppervlaktes of eveneens commerciële ruimtes opnemen. Acht kiosken verfraaien bovendien de centrale zone tussen de zone voor snelle doorstroom van passagiers.

 

2.5 De Perrons

De overdekking van de perrons vertoont zich eveneens onder de vorm van een structuur van dunne schalen in gewapend beton voorzien van gaten van 10m diameter voor de verluchting en natuurlijke verlichting. Deze uitgestrekte luifel van 210m op 240m strekt zich in noordelijke richting over 20m uit voorbij de sokkel van de sporen en vormt op die manier een genereuze toegang aan de kant van het Proveniersplein. Het maakt een zeer mooie visuele, sociale en culturele openheid mogelijk naar het noorden van de stad en dit in de onmiddellijke nabijheid van de twee parken die uitkomen op het Proveniersplein.

 

2.6 Proveniersplein

De grote luifel van de perrons benadrukt de gevel van het station aan het Proveniersplein. Hij overdekt aan weerskanten van de toegangsgalerij naar de perrons structuren in helling, waaronder in het westen de bewaakte fietsersparking voor 1100 fietsen en in het oosten de niet-bewaakte parking voor 2400 fietsen gelegen zijn. Het administratieve gebouw van 5000m² voor de behoeftes van NS, Nedtrain en Maintenance Trains wordt gesitueerd in het westen in de laan die langs de noordflank van de sporen loopt. Deze zone laat bovendien ook toe een bijkomende reserve vastgoed vrij te maken van 12m breedte over 5 niveaus. Dit gebouw toont een noordgevel naar de straat en een zuidgevel naar een tuingebied dat het scheidt van de steunmuur van het spoor. Het bouwen van deze zone langs de sporen kan eveneens bijdragen tot een sociaal aangename wandeling naar de zoo.

 

  1. DE ZONE VAN BURELEN EN WOONEENHEDEN

3.1 Algemeenheden

Het project is gebaseerd op een geheel van kleine torens. Hun aantal en hoogte zijn niet strikt bepaald. Hetzelfde geldt voor de oppervlakte per niveau.

De keuze van meerdere kleine torens vindt zijn oorsprong niet alleen in de stedenbouwkundige verwachtingen zoals hierboven vermeld maar eveneens omdat deze oplossing belangrijke technisch, vastgoedkundige en functionele voordelen biedt.

Op technisch vlak laat de beperkte breedte, (voorgesteld op 15 meter maar te verkleinen indien gewenst) de mogelijkheid van plateaus zonder kolommen binnen toe.

De kolommen in de gevel worden opgevangen op vakwerkliggers ter hoogte van de tweede verdieping.

Elke toren rust op gelijkvloers op vier hoofdkolommen en verkrijgt zijn dwarse stijfheid door een kern in gewapend beton die de liften en de hoofdtrappen bevat.

Zo is het altijd mogelijk hun vier kolommen en de kern zo in te planten dat ze direct gefundeerd kunnen worden op de grond zonder het tunneltracee van de metro te verstoren. Dit laat toe zowel het gelijkvloers als de eerste verdieping onder de torens volledig open te werken om er socio-culturele en commerciële activiteiten onder te brengen, noodzakelijk voor het stedelijke leven. Deze oplossing laat tegelijk de inplanting toe van een parkingniveau op –1 onder de wooneenheden aan de zuidzijde kant Statenweg en onder de kantoren ter hoogte van het Delftse Plein.

De noordzijde van de gebouwen is op zeven meter van de as van het eerste spoor ingeplant waardoor enerzijds een perron te voorzien is over de volledige lengte van het meest zuidelijke spoor maar anderzijds de mogelijkheid biedt een eenvoudige structuur te maken. Alleen de schermen en de gangen zijn in uitkraging op een vrije hoogte van 8 meter boven de sporen.

Op functioneel vlak zullen de kleine afmetingen van de plateaus toelaten om woningen te creëren die genieten van een maximum aan gevels en zichten.

De kantoortorens kunnen naar wens verbonden worden op hun eerste 8 niveaus door middel van tussenliggende volumes. Op deze manier behoren uitgestrekte landschapskantoren tot de mogelijkheden. Bovendien kunnen lucht-passerelles de hoger gelegen verdiepen verbinden.

Een geluids- en antistofscherm is noodzaak aan de kant van de sporen. Een akoestische voor-studie ondersteunt de voorgestelde tekeningen.

De ruimtes tussen de torens zijn essentieel noodzakelijk om adequate microklimaten te garanderen rondom. Er is reeds in ons voorstel heel wat specifieke aandacht gegaan naar het gedrag en de stromen van de wind wat er toe aanzet het scherm te verlengen over de breedte van de Statenweg.

Eveneens om deze redenen wordt een glazen luifel van 1km lengte geplaatst. Hij overdekt een sokkel van twee verdiepingen hoog onder de torens bestemd voor socio-culturele, commerciële of reizigersfuncties. Ook worden er horizontale windreflectoren voorgesteld op 18 meter hoogte boven de benedenverdieping op de zuidgevels van de torens.

Document E41_01/451 -Nl Editie 2005-11-02

Credits :

Architecture and Engineering: 
Philippe SAMYN and PARTNERS All projects are designed by Philippe Samyn who also supervises every drawing
 Structural Engineering: 
Philippe SAMYN and PARTNERS with SETESCO (sister company 1986-2006) or INGENIEURSBUREAU MEIJER (sister company 2007 – 2015 ) if not mentioned
Services engineering: 
Philippe SAMYN and PARTNERS with FTI (sister company since 1989) if not mentioned

01-451 STATION ROTTERDAM CENTRAAL (NL).
Client: OBR ONTWIKKELINGSBEDRIJF ROTTERDAM
Architecture: Partner in charge : L. Gestels. Associates : E. Louis, B. Huysman, J.-F. Joiret, L. Fonteyn, B. Lepez, , G. Forthomme.
Structure: Structural engineering: Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers with SETESCO sa (J. SCHIFFMANN, Ph. SAMYN)
Services: Accoustical engineering: Daidalos Bouwfysisch Ingenieursbureau, Leuven P. MEES Aerodynamic engineering: Von Karman Institute, Rhode-Saint-Genèse D. OLIVARI

50.000 m² (luifel) ; 17.500 m² (station) ; 210.000 m² (masterplan) : 2003 ; (01/451).

Model
Renders
Tekeningen

For plans sections and elevations, please refer to the archives section of the site available from the “references” menu.

451-STATION ROTTERDAM CENTRAALDEBBA