607-Grand Hôpital de Charleroi
Site des Viviers
6060 Gilly (Charleroi)
BELGIUM
(2013); (01-607).
Open competition
– Acoustics
– Analysis the existing situation
– Architecture
– Building physics and internal climate
– Civil engineering
– Conceptual energy plan
– Cost control
– Daylighting
– Equipment engineering
– Historical study
– Interior design
– Landscaping
– Masterplan
– Physical planning
– Programing
– Project management
– Structural engineering
– Traffic studies
– Urban design
Het algemeen kader
Gezien de grote hoogteverschillen op de site, vereist de omvang van het project (900 bedden) een aanzienlijke hervorming van het terrein, waarbij rekening moet worden gehouden met onzekerheden met betrekking tot de gezondheidstoestand van de bodem. De beschikbare informatie maakt het mogelijk om alle grondwerken uit te voeren zonder aarde af te voeren en zonder de grondwaterspiegel te bereiken.
Het project neemt de vorm aan van een “ziekenhuisdorp” dat op een grote horizontale vlakte wordt gebouwd. Het is perfect gericht volgens de windstreken zodat er maximaal gebruik kan worden gemaakt van de lichtinval in het oosten en in het westen, alsook van een natuurlijke bescherming tegen zonnestralen. Dit alles past in het kader van een grote vierhoek.
De “hotel”-functie is verdeeld over drie gebouwen in de vorm van een “H” op palen. Elk gebouw heeft twee zorgafdelingen op elk van de vijf verdiepingen. De ruime afstand tussen de vleugels biedt de patiënten voldoende natuurlijke lichtinval en een mooi uitzicht, zowel op de rustgevende golven van de site alsook een panoramisch uitzicht over Charleroi. Dit comfort is een van de vele voordelen die ontstaan door de veralgemening van enkele kamers met een begeleidend bed: privacy van de patiënt, morele steun aan de patiënt, gemakkelijke communicatie tussen zorgverleners en familie, lager risico op kruisbesmetting tussen patiënten, minder verplaatsingen, hogere bezettingsgraad van de kamers dankzij de afwezigheid van incompatibiliteit tussen patiënten, vermindering van de behoefte aan onderzoekkamers, enz.
De zones met opmerkelijke of beschermde boomsoorten (de Oostenrijkse den die zijn naalden niet verliest), voornamelijk in de noordelijke en westelijke gebieden van de site, worden beschermd en scheiden de omwonenden van het nieuwe complex.
De plantenarchitectuur voltooit de compositie. De uitlijning van hoogstambomen begeleiden de automobilisten doorheen de heuvels, die zijn gecreëerd met hergebruikte aarde en zijn versierd met groepen bomen in vrije vormen.
Deze rustige sfeer wordt versterkt door de richting van de heersende zuidwestenwind, die ver weg van de gebouwen het lawaai van de wegen en snelwegen in het noorden en in het oosten “verjaagt”. De site blijft een wandelplaats van grote landschappelijke waarde en het “Sentier des Terrils” (GR 412) behoudt haar wandelroute en uitzichten.
Verkeer
Een groot overdekt voetgangers pad loopt door het dorp van het oosten naar het westen. Het verdeelt alle hotelfuncties in het zuiden en de polikliniek, de hot-floor en de logistieke en productiezone in het noorden. Een echt stedelijk parcours dat de overgang maakt tussen zones met verschillende schaalverdelingen en karakters: beboste patio’s, loopbruggen, wandelpleinen, zones met schaduw en zonlicht, rustzones of winkels, bars, een speelplein voor kinderen enz. De ondergrondse logistieke gang verzekert een goede afbakening tussen de publieke en private stromen.
In het noorden, tussen het dorp en de snelweg, bieden drie bovengrondse parkeergarages een totaal van 1.842 parkeerplaatsen, beschermd tegen regen, natuurlijk verlicht en geventileerd.
Voetgangers hebben toegang tot de overdekte weg via een openbaar plein in het oosten, in overhang boven het toekomstige metrostation waar het toegang toe geeft. Een pad verbindt dit wandelplein ook met de RAVeL. In het zuiden worden bezoekers die met de auto komen op een ander plein verwelkomd. De ingangen in het noordwesten en het zuiden zijn verbonden met het Sentier de la Ferme en met de Rue de l’Observatoire voor voetgangers, fietsers en de brandweer.
Flexibiliteit van het ziekenhuisprogramma
De diepte van alle gebouwen wordt zo bepaald om een natuurlijke ventilatie en verlichting van de meeste lokalen mogelijk te maken, ongeacht of het gaat om de zorgeenheden of de polikliniek, een deel van de hot-floor of zones voor logistiek en productie. De impact van kunstmatige verlichting is inderdaad zeer belangrijk in de energiebalans.
De structuur is op een volledig modulaire en repetitieve manier ontworpen, waarbij wordt gezocht naar het beste evenwicht tussen het draagvermogen en de kost van de vloeren. Deze modulariteit garandeert een grote flexibiliteit bij het aanpassen van de wanden. In de fasering voorziet de voorgestelde uitvoering uitbreidingszones (of vernieuwingszones op lange termijn) ten noorden van de hoofdweg voor de polikliniek, de hot-floor en/of de zone voor logistiek en productie, waar de werken kunnen worden uitgevoerd zonder schade toe te brengen aan de algemene infrastructuur of het gebruik van de huidige structuur te belemmeren. In het zuiden is er ook een uitbreiding van de zorgeenheden voorzien voor andere aanvullende functies, zonder nadelige gevolgen voor de kwaliteit van de zichten naar buiten.
Voor de materialen en apparatuur wordt de grootste standaardisatie gezocht. De aangenaamheid van leven in het gebouw is immers in de eerste plaats afhankelijk van de kwaliteit van de ruimten.
Het ziekenhuis “layer model”
De verdeling van functies in afzonderlijke en autonome structuren maakt het beheer van de verschillende levenscycli voor elk van hen mogelijk, zonder nadelige gevolgen voor een duidelijke en gedifferentieerde distributie van de circulatiestromen (patiënten, bezoekers, personeel, logistiek).
De vraag naar zorg en de medische aanpak en technologieën evolueren bovendien veel sneller dan de financiële draagkracht en de vernieuwingstechnieken van de ziekenhuisinfrastructuren. De beschikbare financiële middelen hebben daarentegen over het algemeen de neiging te dalen. Daarom moeten flexibiliteit en economie de genen worden van een ziekenhuisconcept met “lagen”. In een dergelijk model worden de omvang en de locatie van elke functie gestroomlijnd om, tegen de laagste kost, de transformaties mogelijk te maken die zijn vereist voor de ontwikkeling van de behoeften van de instelling.
De energiecentrale
De energiecentrale grenst aan de logistieke gang. Ze bevindt zich in het midden van het dorp, net ten zuiden van de hot-floor, de grootste verbruiker. Deze centrale ligging zorgt voor de optimalisering van de lengtes en secties van de distributienetwerken, alsook voor een comfortabele toegang via de logistieke gang voor de montage en vervanging van apparatuur. Andere voordelen van de groepering van de energiecentrale zijn het kunnen toepassen van een gelijktijdigheidscoëfficiënt op alle behoeften, het beperken van de kosten die nodig zijn voor de redundantie van productie-eenheden en het verhogen van de mogelijkheden voor de terugwinning van koude en warmte tussen de verschillende systemen.
Luchtbehandelingscentrales
De luchtbehandelingsgroepen worden regelmatig verdeeld om het parcours van de aerodynamische leidingen tot het strikte minimum te beperken.
01-607 | GRAND HÔPITAL DE CHARLEROI |
---|---|
Client: | Grand Hôpital de Charleroi, Rue de la Duchère, 6 at B-6060 Gilly, Charleroi, Belgium |
Architecture: | Legal representative “for technical and current affairs”: Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers. Design Partner: Philippe Samyn. Partner in charge: Quentin STEYAERT, Denis MELOTTE. Associates: Laura BARBARITO, Ghislain ANDRE, Manuela BELOVA, Benedetto CALCAGNO, Mariuca CALIN, Alejandro CHICHIZOLA, Antoine COLBACK, Thierry HENRARD, Giulia LARIZZA, Elodie NOORBERGEN, Sonia STICCHI, Eline VANDEVENNE. Substitute representative “for technical and current affairs”: Archi-2000 sprl, architectes Partner, Manager:Philippe Verdussen Partner: Thierry Descheemaecker |
Structure: | Sttructural engineering: « Ingenieursbureau Meijer bvba + Bureau d’Etudes Pirnay sa », joint venture Ingenieursbureau Meijer bvba Jan MEIJER, Philippe SAMYN Bureau d’Etudes Pirnay sa Jean-Sébastien PIRNAY |
Services: | Urban design: Agora sa Paul PLAK, François-Xavier VAN MAELE Soil remediation: RSK Benelux bvba Noureddine EL HALIMI Hospital planning: Paul Wurth Geprolux sa and H. Limacher Partners ag Jasques MARGUE, Heinrich LIMACHER White rooms planning: Foster and Wheeler Italiana srl Marco BOLOGNINI, Paola GRISETTI Building services, MEP, Building physics and internal climate: « Felgen et Associés Engineering sa + Flow Transfer International sa + Istema nv », joint venture Felgen et Associés Engineering sa Marc JUNCKER, Pierre COIBION, Marco WEBER, Walter SCHMITZ Flow Transfer International sa Andrew JANSSENS, Philippe SAMYN, Piet DELAGAYE Istema nv Piet DELAGAYE Cost control and operating costs study: Bureau Michel Forgue sarl Michel FORGUE, Elie DURANT Consulting on hospital processes and operating costs study: Henny van Laarhoven (Orbis Medisch en Zorgconcern) Sustainable design and operating costs study: Symbios’IN sarl Bertrand THULLIER |
For plans sections and elevations, please refer to the archives section of the site available from the “references” menu.