312-11 Brugmann Ziekenhuis – Polikliniek

– Omgeving.
– Architectuur.
– Binnenhuisarchitectuur.
– Structural engineering.
– Kostencontrole.
– Projectbeheer.

In het oosten van de site wordt de nieuwe polikliniek opgebouwd rond vier volumes die via een atrium en beglaasde gangen met uitzicht op de tuinen met elkaar verbonden worden. Alle doorgangen krijgen zo natuurlijk licht binnen en bieden zicht op de tuinen, net zoals de bestaande paviljoenen van Horta.

De functionele ruimten worden verspreid over 4 verdiepingen boven een half ondergrondse open parking met 129 plaatsen. De parking wordt natuurlijk verlucht en verlicht en bevindt zich in het verlengde van de tuinen.

De polikliniek sluit dankzij het park en de bestaande tunnel aan op de rest van het ziekenhuis. De bed- en goederenliften aan het westelijke uiteinde van de polikliniek geven uit op de tunnel van het ziekenhuis op niveau -1. Bedlegerige patiënten en de logistiek kunnen de diensten van de polikliniek ook bereiken via de algemene doorgangen van het gebouw.

De liften voor ambulante patiënten bevinden zich aan het oostelijke uiteinde, nabij de ingang en de toegang tot de parking.

Het atrium is de hoofdverkeersas die op te vatten is als een binnenstraat die al de aanwezigen in de polikliniek verdeelt over de verschillende liften en trappen gespreid over de lengte.

De indeling van de bouwlagen kan vrij gebeuren in functie van de omvang van de verschillende diensten. De toegangen tot deze diensten kunnen eveneens vrij geplaatst worden in het verlengde van de algemene doorgangen (loopbruggen in het atrium of gangen in de vleugels loodrecht op het atrium). Zo is de inplanting van de medische diensten zonder enige beperking mogelijk met uitzondering van de gevelmodulatie van 120 cm.

De gevelsamenstelling en -materialen van de polikliniek liggen in lijn met die van de nieuwe vleugels van het Brugmann ziekenhuis en garanderen zo de architecturale eenheid van de siteherstructurering: gevelbekleding in zink, schrijnwerk over de volledige hoogte. De excentrische inplanting van het nieuwe gebouw en zijn relatief belangrijke omvang laten een formele en eerder moderne look toe, met inbegrip van licht hellende groendaken, smalle verticale ramen en externe noodtrappen in gegalvaniseerd staal. Een grote, lichte bovengrondse noodtrap wordt in het midden van de lange zuidgevel bevestigd. Deze trap verbindt alle verdiepingen zodat elk van hen een nooduitgang heeft in het centrale gedeelte. Door deze buiten te positioneren komt er binnen meer plaats vrij en wordt de inrichting minder complex.