Page 148 - ELEMENTS EUROPA (NL)
P. 148

144

     Intussen zijn die mannen en vrouwen al meer dan vijftig jaar bezig om de
     Europese Unie voor al haar inwoners begrijpelijk te maken. Waar bij aanvang
     de meertaligheid noodzakelijk was als pragmatische oplossing, is dat
     vandaag de factor die de Europese Unie onderscheidt. De meertaligheid is
     uitgegroeid tot een fundamenteel beginsel van Europa en de vertaling speelt,
     uiteraard, een belangrijke rol in het respect voor de Europese identiteit. […]
     De meertaligheid die vanaf het begin van de Gemeenschap werd ingesteld,
     heeft gemaakt dat vertalingen meer dan noodzakelijk zijn bij de Europese
     opbouw. De vertalers zijn de spilfiguren om die Babylonische context te
     ontwarren. Bescheiden, vol goede moed en met veel doorzettingsvermogen
     hebben ze zich voor de Europese gedachte ingezet.
     K.-J. Lönnroth, Studie over vertaling en meertaligheid. Vertaling in
     de Commissie, 1958-2010, Europese Commissie, Algemene Directie
     Vertaling © Europese Commissie, 2009.

     Door zijn meertaligheid maakt Europa van zijn beleid een fragiel, bijzonder
complex instrument. ‘In verscheidenheid verenigd’ (In varietate concordia)
is het Europese devies in de 24 talen van de Unie – waarbij de talen van de
kandidaat-lidstaten nog niet zijn meegeteld: Servië (de taal is dezelfde als het
Kroatisch, maar wordt in Cyrillische letters geschreven), Macedonië en het
onwaarschijnlijke Turkije. Bovendien wordt er ook nog geen rekening gehouden
met eventuele regionale talen of dialecten die op een dag officieel bestaansrecht
zouden kunnen krijgen: Baskisch, Béarnais, Bretons, Catalaans, Corsicaans,
Gaelic, Friulisch, Fries, Gallicisch, Keltisch, Luxemburgs, Provençaals, Sardijns,
Sassarees, Schots, Silezisch… Dat is geen vrolijke toren van Babel meer, dat is een
wankelende en uit zijn voegen barstende toren!

     In de EU is de vertaling naar alle talen een permanente verplichting. Ze
gebeurt in de conferentieruimtes zelf, wat aantoont hoe belangrijk de rol van
tolken is. In het gebouw Europa werken de tolken in talrijke open cabines, die als
een kroon rond de conferentie- en ontvangstzalen zijn gebouwd. Elke deelnemer
aan een top of ministerraad kan in zijn moedertaal het woord nemen en hij
wordt simultaan vertaald naar alle andere talen van de Unie. Vergemakkelijkt
het beperkte aantal ‘werktalen’ (in principe Frans en Duits, maar vooral Engels,
dat de belangrijkste taal is geworden) de uitwisseling van woorden? Dat is verre
van zeker, het gebruik van het internationale Engels, dat min of meer de lingua
franca is geworden, is niet altijd het geschiktst – behalve voor native speakers
– om de subtiliteiten van de diplomatie te verwoorden of politieke geschillen
te nuanceren. Bij gebrek aan meertalige sprekers moet men een beroep doen
op talencombinaties, waarbij elke taal gekoppeld is aan de 23 andere talen: dat
betekent 552 mogelijke combinaties (276 talenparen)! In de beperkte kring van
vertegenwoordigers van de Unie is de opzet onzeker. Maar in het echte bestaan
op het continent kunnen onderwijs en mobiliteit, en de nodige inspanningen
   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153