Europa NL - page 46

44
EUROPA
Daartoe moest het onderzoeksteam volgen-
de documenten overleggen:
voor het bouwwerk:
de definitieve plan-
nen en de uitvoeringsdetails
14
op een schaal
van 1:50 en meer of op minstens een schaal
van 1:100 met gedeeltelijke plannen op 1:50
en meer; voor de stabiliteit: plannen voor de
bekisting van betonnen elementen, plannen
voor de metalen structuren, plannen voor
de funderingen en plannen voor de provi-
sorische structuren die de stabiliteit van de
graafwerken en het te renoveren gebouw
verzekeren;
voor de speciale technieken:
per installatie
een apart dossier (plannen, tracé en sche-
ma’s), waaronder: de airconditioning verwij-
deren (warm, koud en ventilatie); het sanitair
en de afwatering; sterkstroom en verlichting;
telefonie en gegevensoverdracht; elektrome-
chanica; centraal beheer en veiligheid; brand-
beveiliging;
voor alle vaklui:
de technische beschrijvin-
gen van het speciale bestek, opgemaakt vol-
gens het door de Regie der Gebouwen op-
gelegde model;
15
de opmetingsstaten van het
werk (gedetailleerd matenplan, samenvat-
tend matenplan en geschat matenplan
16
); alle
gedetailleerde berekeningsnota’s met uitleg
over de gegevens die op de plannen vermeld
zijn; een definitieve raming van de totale
kostprijs van het project, berekend per post;
plannen voor een onderhoudscontract.
17
De evolutie van het oppervlak
Tijdens de volledige duur dat de studies wer-
den uitgewerkt, heeft het onderzoeksteam
ervoor geijverd het project te optimalise-
ren. Zonder het concept fundamenteel te
wijzigen, was het mogelijk om tussen het
voorbereidende en het definitieve ontwerp
het netto-oppervlak van de superstructuur
met 2.457 m² (+10%) te vergroten, terwijl het
bruto-oppervlak slechts met 1.685 m² (+3%)
toenam. Het gebruik van het oppervlak werd
dus geoptimaliseerd. De toename van het
oppervlak voor infrastructuur komt vooral
door aan de toevoeging van een opvangbek-
ken voor het regenwater van de Résidence
Palace en een deel van het Justus Lipsius,
bestemd om de sanitaire voorzieningen van
het nieuwe gebouw van water te voorzien.
De evolutie van de kostenramingen
Een van de eisen van de Raad, opgenomen
in het memorandum van overeenstem-
ming van 25 november 2005 (en later in de
overeenkomst van 19 maart 2008), was het
respecteren van het uitgavenplafond van
240 miljoen euro (waarde op 2004.01.01)
voor het volledige project: vergoedingen
voor de projectcoördinatie, het onderzoek,
de werken en diverse kosten.
We stellen vast dat het kostenplafond
bepaald in het memorandum van over-
eenstemming mooi gerespecteerd werd.
Trouwens, naargelang het binnenlopen van
de aanbestedingen werden de ramingen ge-
maakt tijdens de onderzoeksfase bevestigd
door de prijsopgaves (rekening houdend
met de indexeringen vanaf 1
januari 2004).
De raming voor de eigenlijke werkingskos-
ten van de (ver)bouw(ing) bleef min of meer
constant tijdens de onderzoeksfases, on-
danks de verdere uitwerking van de details
in die studies en nieuwe (of gedetailleer-
dere) behoeften die werden geïntegreerd
(meer bepaald voor het verbeteren van de
prestaties wat betreft ‘duurzame ontwik-
keling’). Daarentegen werd vastgesteld dat
het resultaat van de aanbestedingen (steeds
herleid tot de kostprijs geldend op 1 januari
2004) aanzienlijk lager lag dan de ramingen
gemaakt tijdens de onderzoeksfase.
De betrokken partijen (de Belgische staat,
de Raad, het onderzoeksteam) waren hun
samenwerking aangegaan op basis van het
memorandum van overeenstemming van
25 november 2005. Rekening houdend met
de voortgang van de onderzoeken, het ver-
krijgen van de stedelijke en milieuvergun-
ningen en de investeringen voor onderzoek
en voorbereidende werken, reeds toege-
staan door de Belgische staat, werd eind
2007 besloten een definitieve overeenkomst
tussen de Belgische staat en de Raad op te
stellen.
openbaar onderzoek het stedelijk certificaat
door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
afgeleverd op 14 november 2007; het mili-
eucertificaat, goedgekeurd door het Brus-
sels Instituut voor Milieubeheer, volgde op
19 december 2007.
Parallel met de uitvoering van de effecten-
studie werd vergaderd met de vertegen-
woordigers van de Koninklijke Commis-
sie voor Monumenten en Landschappen
teneinde uit te zoeken of het project kon
beantwoorden aan de criteria die de com-
missie in het kader van de vergunning zou
opleggen. Het team Samyn-Valle-Happold
bracht weer wijzigingen aan in het ont-
werp, voornamelijk in de afmetingen en
het uitzicht van de verdiepingen boven de
historische kroonlijst. Hierbij merken we
ook op dat in het kader van de vergun-
ningsaanvragen het noodzakelijk was om bij
de Federale Overheidsdienst Binnenlandse
Zaken afwijkingen aan te vragen betreffende
het respect voor bepaalde beschikkingen
van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 (en
latere), waarin de basisnormen voor brand-
en ontploffingspreventie waaraan de nieuwe
gebouwen moesten voldoen, waren vast-
gelegd.
13
Het project werd in functie van die
studies aangepast en zo leverde het Brus-
selse Instituut voor Milieubeheer op 11 april
2008 een milieuvergunning af; het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest leverde de stedelijke
vergunning af op 9 mei 2008.
De fase van het opstellen
van de plannen en het
aanbestedingsdossier
In dit stadium van het project, dat dus in
maart 2007 van start was gegaan na de
goedkeuring van het voorontwerp, moest
het onderzoeksteam alle ontwerpstudies
en berekeningen afsluiten en overgaan tot
het opstellen van documenten met het oog
op de aanbesteding van de werken. Ook
dienden alle onderzoeken en opmerkingen,
gemaakt tijdens de procedure voor het ver-
krijgen van de vergunningen, daarin opge-
nomen te zijn.
VAN RéSIDENCE PALACE TOT EUROPA
1...,36,37,38,39,40,41,42,43,44,45 47,48,49,50,51,52,53,54,55,56,...260
Powered by FlippingBook