54
EUROPA
Inleiding
Neen, het leven van de ingenieurs van het
technische controlebureau SECO verloopt
niet zoals een rustig kabbelend beekje! En
dat geldt al helemaal niet voor de opdracht
die de Regie der Gebouwen ons toever-
trouwde voor dit project onder leiding van
Philippe Samyn and Partners, met Studio
Valle Progettazioni en Buro Happold Ltd.
Eén foutje in het ontwerp of in de uitvoe-
ring ervan kan de stevigheid van een werk
aantasten, zijn prestaties op het gebied van
temperatuur en akoestiek beïnvloeden en
gevolgen hebben voor de veiligheid van wie
zich in het gebouw bevindt. Het doel van de
technische controle voor het bouwwezen is
die risico’s te vermijden.
De technische complexiteit en het vereiste
niveau zijn hier bijzonder hoog. Als ingeni-
eur is dit een van die projecten waar men
fier op is er in zijn loopbaan aan deelge-
nomen te hebben. Er is geen ruimte voor
schattingen. Voor elke vraag die rijst, wor-
den meerdere oplossingen in overweging
genomen, zelfs niet-conventionele, out
of the box-oplossingen, om een optimaal
resultaat te bereiken. Om de uitwendige
structuur van de lantaarn tegen brand te
beschermen bijvoorbeeld, werd op een
bepaald moment overwogen om de balken
te irrigeren. Die oplossing werd pas afge-
voerd nadat de uitvoerbaarheid ervan was
onderzocht.
Voor een technisch controleur zou het ge-
makkelijk zijn om elke vernieuwende oplos-
sing te verwerpen en slechts de klassieke
oplossingen goed te keuren. Maar dat is nu
eenmaal niet onze filosofie. Op grond van
onze ruime ervaring, ook wat betreft nieuwe
technieken, spannen we ons in om in een
geest van creativiteit de projectontwerpers
en aannemers te helpen bij hun zoektocht
naar de best mogelijke oplossingen in het
belang van de opdrachtgever. We nemen
ook actief deel aan programma’s voor toe-
gepaste wetenschappen. Onze kennis die
we vergaard hebben, gebruiken we om Bel-
gische en Europese technische normen uit
te werken en delen we in het universitaire
onderwijs en de ingenieursscholen.
Structurele verandering van het
bestaande gebouw
De structurele verandering van de Résidence
Palace, een prestigieus gebouw dat is opge-
trokken in de jaren 1920, was een enorme
technische uitdaging. In de jaren 1960 was
reeds een stuk bijgebouwd. In het kader
van het huidige project werd die uitbreiding
afgebroken, evenals een deel van het aan-
palende gebouw uit de jaren 1920.
In de kelderverdiepingen werden pijlers
weggehaald, hoewel ze nog de vloeren van
de verdiepingen onderstutten. Op andere
plaatsen kon dankzij een adequate fasering
begonnen worden met de afbraak van de
bestaande funderingen die tien verdiepin-
gen droegen, maar die op de plaats van een
nog te bouwen complementaire kelderver-
dieping stonden. Voor het bouwen van de
nieuwe kelderverdiepingen werden provi-
sorische steunwanden opgetrokken en wer-
den de bestaande funderingen verstevigd.
Het deel van de Résidence Palace dat uit-
eindelijk bewaard bleef, bestaat uit de bui-
tengevels en een smal stuk van vijf meter
breed en tien verdiepingen hoog! De harde,
dwarse elementen die de horizontale stabi-
liteit van dit rijzige gebouw moesten verze-
keren, werden afgebroken. Drie trappen en
een gang op de gelijkvloerse verdieping zijn
evenwel bewaard gebleven.
Om de afbraak mogelijk te maken, moesten
door de bestaande structuren heen eerst
nieuwe windverbandkernen van gewapend
beton worden gemaakt. Dan kon met de
afbraak worden begonnen, van boven naar
beneden en verdieping per verdieping, met
horizontaal stutwerk voor het te bewaren
geheel op de nieuwe betonnen kernen. Ver-
volgens werden nieuwe vloeren gebouwd,
van beneden naar boven, waarbij het stut-
werk progressief werd weggehaald.
Onder het bewaarde gedeelte moest een
spoorwegtunnel worden gegraven voor het
GEN (Gewestelijk Expresnet). Voor het gra-
ven van die tunnel, waarop het gebouw niet
kan steunen, werden voor de huidige werf
vier metalen vakwerkliggers van acht meter
hoog en met een spanwijdte van tweeën-
twintig meter tussen de eerste en de derde
verdieping geassembleerd. Het gebouw,
meer bepaald het bewaarde gedeelte en
een trappenhuis, werd vervolgens aan die
liggers opgehangen, waardoor kon worden
overgaan tot het afbreken van de kelderver-
diepingen en de funderingen op het tracé
van de tunnel.
Het spreekt vanzelf dat om dit soort werken
tot een goed einde te brengen, een nauwe
samenwerking van alle partijen onontbeer-
lijk is. Er is alle reden om diverse aspecten te
verenigen die niet noodzakelijkerwijs con-
vergent zijn: stabiliteit, technische uitvoe-
ring, economie, planning, architectuur…
De rol van de technische controleur bestaat
erin het vinden van de juiste oplossingen te
vergemakkelijken, ook als men af te rekenen
heeft met niet-conventionele problemen.
Zo wordt bijvoorbeeld bijzondere aandacht
besteed aan de opvolging tijdens het uit-
voeren van delicate stadia, zoals het leg-
gen van een plaat van 86 cm dik door de
draagmuren van het gebouw, een plaat die
vervolgens werd bevestigd aan de metalen
vakwerkliggers boven de spoorwegtunnel
van het GEN.
Tekst geredigeerd door
SECO
onder leiding
van Ir
Pierre Spehl
DE TECHNISCHE CONTROLE
VAN RéSIDENCE PALACE TOT EUROPA