160
EUROPA
De eerste ontwerpen van Philippe Samyn tonen, op het moment dat hij de geaccu-
muleerde zalen van de lantaarn bedenkt, zijn verlangen om het beeld weer te geven
van de diversiteit van de Europese culturen, tegelijk de basis en de dynamische factor
van de Unie. De tolkencabines zijn de veruitwendiging van het linguïstieke netwerk
zoals dat opgelegd wordt door de meertalige regering: alle talen worden door de
Europese instellingen geaccepteerd, hoewel er slechts weinig gebruikt worden als
werktaal. Het architecturale decor aan de binnenkant van het nieuwe gebouw wil een
visuele en tastbare boodschap uitdragen, namelijk die van een permanente creatieve
inspanning en een politiek debat dat zich voortdurend moet losmaken van de beper-
kingen van de eigen historische complexiteit. Het is immers moeilijk om te weerstaan
aan de entropische tendensen van de grote staatsapparaten. Het is noodzakelijk, hier
meer nog dan overal elders, om zich te wapenen tegen het uniformiseren en nivel-
leren van identiteiten. De blauwe vlag met haar twaalf sterren doet het imago van
de Unie geen goed. Ze stamt immers uit een tijd dat er minder leden waren en het
nauwelijks voor te stellen was dat de staten in de toekomst hun soevereiniteit zou-
den opgeven. De kring met de twaalf sterren biedt een te zwak beeld van de talrijke
institutionele, sociale en culturele constellaties die het Europese bewustzijn struc-
tuur geven. Hoe meer uitbreiding en diepgang Europa krijgt, hoe meer Europa de
eerste doelstellingen van zijn gedeeltelijke en aanvankelijke macht moet beschermen
tegen de spanningen van een onontwarbaar kluwen van erfenissen. Welnu, hoe moet
men in de gesloten zalen waar de toekomst van het continent regelmatig ter discus-
sie staat deze openheid van geest toepassen en de voor de vooruitgang van de Unie
onontbeerlijke bronnen van diplomatie en communautaire gebruiken doen bloeien?
En waar overwint men nooit de ‘helse’ voorwaarden tegenover ‘de anderen’? In het
theater, en nergens anders. Het decorum, in deze vergaderruimtes die omwille van
de veiligheid afgesloten kunnen worden, creëert dus theaterpodia waar zich stukken
met een zwaarwichtige tekst en dramatische confrontaties kunnen afspelen, maar
binnen een omgeving die geschikt is voor intelligente ontknopingen. Het is moeilijk
zich een geslaagd stuk voor de geest te halen dat zich in een zoutloze setting af-
speelt. De kleurenrijkdom in de zalen zonder ramen compenseert de huivering van
de afgesloten deuren.
De vlaggen van de Europese Unie waren voor de binneninrichting van de confe-
rentiezalen al vanaf het begin de inspiratiebron voor een patchwork van kleuren en
motieven. De vlaggen van de achtentwintig lidstaten van de Unie (met Kroatië) zijn
een vergaarbak van kleuren en figuren. Horizontale en verticale balken, gelijke en
ongelijke proporties, verrijkt met wapenschilden (Spanje, Portugal), bekleed met een
schild (Sint-Joriskruis afgeboord met rood van de vlag van Malta; het nationale schild
van Slovakije; het blazoen van Slovenië dwars door de witte en blauwe strook). De
kleuren staan symbool voor een geschiedenis (het wit van de monarchie; het blauw
en rood van de Parijse stadswacht, de bestormers van de Bastille in Frankrijk). Hun
abstractie illustreert een aardrijkskundig gegeven: het blauw van Finland verwijst naar
de vele meren, het wit naar de sneeuw en lange zomernachten. De vijf blauwe balken
van de Griekse vlag belichamen de vijf zeeën die het land bespoelen (de Ionische
Zee, de Middellandse Zee, de Kretenzische Zee, de Egeïsche Zee en de Thracische
Zee). Nu eens bezegelt de vlag de nationale eenheid: Roemenië met zijn drie histo-
rische regio’s, Transsylvanië, Walachije en Moldavië. Dan weer verwijst de vlag naar
een civiel regime: het groen van de katholieken in Ierland; het oranje van het Huis van
Oranje-Nassau; het wit van de vrede tussen de gemeenschappen. Tussen naburige
VERDIEPINGSVLOEREN, talen en kleuren