567-COMMUNAUTAIR CENTRUM ICIBARE VOOR DE VERENIGING IRIBA
Ngozi, Burundi
(2009); (01-567). In voorontwerp fase.
• Architectuur.
• Studie van natuurlijke verlichting
• Aanleg van de omgeving.
• Stabiliteit.
Het project is een cultureel centrum voor jonge Burundezen.
Het bevat een bibliotheek, een computerlokaal, een sportzaal, een toneel- of conferentiezaal met een capaciteit van 300 personen en een jeugdherberg. Dit alles met als objectief toekomstige toeristen of jonge deelnemers aan missies, al dan niet georganiseerd door de vzw Iriba, bouwmeester van het project, te ontvangen.
De constructie heeft een oppervlakte van 14.904 m² (of circa anderhalve hectare), bedekt met een net van koorden met een maas van 1 m x 1 m, op een hoogte van 4 tot 12m boven de grond. Dit grote vliegende tapijt vormt de draagstructuur van de bebouwingen. De belangrijkste technische of utilitaire elementen worden er opgehangen (zoals de bekabeling,…) maar ook de daken van al de paviljoenen die zich in het centrum bevinden.
Het opgespannen net zou de drager zijn van struiken en klimplanten, en zou op bepaalde plaatsen geperforeerd worden met bomen waarvan de takken deels de plaats in zullen nemen van het net en zo hun functie van drager overnemen. Bovendien, zal de vegetatie, aanwezig op de structuur, schaduw geven, onontbeerlijk in deze equatoriale streek.
Onder het structureel net zullen paviljoenen een plaats innemen, op stenen sokkels van 75 cm hoog, terwijl de wanden opgebouwd zullen worden uit ongebakken baksteen en griend.
Het is fundamenteel, de hele geest van de plek te begrijpen, om zo het meest adequate gebouw te ontwerpen. Maar, de geest begrijpen van deze plek is per definitie de geest benaderen van Afrika en de voorouderlijke symboliek trachten te vatten.
Ondanks een verstikking gedurende 2 eeuwen van de cultuur van de plek, heeft deze zone een hoge culturele en mythologische densiteit. We bevinden ons hier meer in een spirituele dan een materiele maatschappij; bijvoorbeeld, hier verwijst ieder nuttig object naar een specifieke symboliek, naar een diepzinnige symbolische taal. Deze cultuur, nochtans alomtegenwoordig en levendig in zijn immateriële dimensie, vindt zich niet meer terug in de architecturale producties.
En inderdaad, sinds de koloniale periode, is geen enkel project meer gebouwd in relatie met de omgeving en zijn cultuur.
Buiten enkele strohutten, die meestal ook reconstructies zijn, bestaan er bijna geen overblijfsels meer van voorouderlijke constructies.
Nochtans, is de aarde niet opgebouwd uit gesloten entiteiten, er bestaan diffusie mechanismen voor belangrijke uitdelingen en uitwisselingen die weldadig kunnen zijn, maar men moet erop letten de andere niet te onderdrukken en zijn eigen unilaterale visies op te dringen.
Samengevat, bestaat hier de uitdaging erin een architectuur te bedenken die gevormd zou zijn door zowel hedendaagse elementen als lokale tradities.
Het doel is iets te ontwerpen dat in harmonie zou zijn met de 5 zintuigen, de site, de grond, de fauna en de flora.
De kunst van het bouwen is te overdenken.
Technieken en materialen afkomstig uit het Westen worden gebruikt zonder nut, zonder de lokale ambacht in acht te nemen. De actuele constructiemethodes blijven een exogene toepassing voor lokale handenarbeid.
Voor dit project zijn in tegendeel de materialen hoofdzakelijk afkomstig uit de regio, en gekozen voor hun technische karakteristieken, de specificiteit van hun levenscyclus en uiteindelijk hun financiële en energetische kosten.
Als hoofdvoorbeeld, de baksteen, die in Burundi en net zoals in andere regio’s, uitgebreid gebruikt wordt, is een ecologische ramp. Wegens zijn lage kwaliteit is het onmogelijk om dit materiaal te hergebruiken en zijn recyclage is onbetaalbaar. De ongebakken baksteen wordt al te lange tijd verbannen, omwille van haar slechte vochtweerstand. Indien behoorlijk beschermd is ze even waardevol en duurzaam als de gewone baksteen, voor een minimale prijs en een onvergelijkbare ecologische waarde.
De structuren zullen gevormd worden uit grootschalige rietmanden die opgehangen zullen worden via bundels van kabels aan het net.
De geweldige potten die lokaal vervaardigd worden zullen ook gebruikt worden als structurele elementen.
Om op termijn duurzaam te worden, moet men ontwerpen met de economische mogelijkheden in het hoofd, evenals het in acht nemen van het onderhoud van het gebouw. Het project moet bijvoorbeeld op een zodanige wijze ontworpen zijn dat het zichzelf kan beheersen.
We zouden zelfs een project kunnen ontwerpen die energetisch onafhankelijk zou zijn, door bijvoorbeeld fotovoltaische panelen van 12 V te gebruiken en de elektriciteit op te slaan in oude autobatterijen en LED’s (light-emitting diodes) te gebruiken. Deze positionering zou ook een groot voordeel qua elektrische veiligheid leveren.
De geometrie in deze omgeving, waar ze aanwezig is sinds de koloniale periode en dus beïnvloed door Westerse tradities, blijft, zoals hogerop gezegd, een exogeen principe dat zich artificieel opdringt.
Voor dit project wordt voor een mengeling van vormen geopteerd.
De orthogonale vormen bevatten technische voordelen en vindt men terug in alle architecturale culturen. Zo zijn bijvoorbeeld alle sportterreinen over de hele wereld sinds eeuwen rechthoekig. Toch, lijkt hier in centraal Afrika een gebogen architectuur het meest toepasbaar.
Laten we ons herinneren dat de Afrikanen boven de meeste andere culturen vaak dissymmetrische vormen gebruiken.
Doordat het project zich op de evenaar bevindt, volgt de zon een zeer specifieke baan.
De architectuur dient dan ook heel andere, dan de gewoonlijke, antwoorden te leveren, het klimaat en de bodemkunde dragen een aparte vorm aan.
Het terrein zelf is min of meer rechthoekig en ligt ongeveer parallel aan de assen gevormd door de 4 windstreken. Dit samen met uitspraken in Burundi, waar men bij het vragen van het uur eerst naar de zon kijkt om pas daarna het uur op hun horloge na te kijken, heeft ons aangezet om in het project een grote zonnewijzer te voorzien. Wanneer de zon aanwezig is kan men hierop te allen tijde de dag van het jaar en het uur van de dag aflezen.
De schaduw zal worden verzekerd door het bladerdek dat over de maasstructuur zal groeien.
Als algemene visie voor het geheel van de site wordt voor een natuurlijk ventilatie geopteerd.
Wanneer men kijkt naar wat de site vraagt, valt een verdieping met niets te verantwoorden. In onze opvatting speelt zich alles dan ook af op het gelijkvloers.
De grond bestaat uit steen om zo het water tijdens het regenseizoen op de meest natuurlijke manier te draineren. Daarnaast zijn bepaalde delen van de site zo ontworpen dat ze tijdens het regenseizoen onder water zullen komen te staan, zodat een kleine vijver wordt gevormd.
In dit matig klimaat is de temperatuur noch te koud, noch te warm. Hierdoor moeten de wanden niet verplicht isolerend zijn. In theorie heeft men dus voldoende aan een tent of uit riet geweven wanden, wat ook de kostprijs gevoelig zal doen dalen.
Als eerste ingreep wordt het plaatsen van de dragende maasstructuur voorzien. Deze omvat niet alleen alle voordelen van een dragend skelet, maar ook deze van een beschermend schild welke gevormd wordt door de begroeiing op deze structuur.
Eén van de sterke punten van het project is dat het heel gemakkelijk is om het aantal en de functies van de invullingen die in de structuur geplaatst worden en die het eigenlijke centrum vormen, aan te passen aan de toekomstige evoluties van het project. De architectuur van deze entiteiten moet zich dus niet noodgedwongen beperken tot één vastgelegd aantal en inplanting, maar kan heel eenvoudig evolueren in de tijd.
Wanneer bijvoorbeeld de jeugdherberg een belangrijke bron van zelffinanciering blijkt te zijn, of dat er bepaalde bijkomende multiculturele interesses ontstaan, kan men heel gemakkelijk een extra uitbreiding voorzien binnen de reeds bestaande structuur.
De site zal beplant worden met verscheidene bomen en planten, zoals de voorlopers van de musea, de arboretum.
Het structureel net zal een grote diversiteit van fauna en flora bevatten, en zal misschien dankzij de opwekking van nieuwsgierigheid, als voorbeeld dienen voor de verschijning van gelijksoortige gebouwen zowel op het punt van de verrijking als de herkenning.
Philippe SAMYN and PARTNERS
All projects are designed by Philippe Samyn who also supervises every drawing
Philippe SAMYN and PARTNERS
with SETESCO (sister company 1986-2006)
or INGENIEURSBUREAU MEIJER
(sister company 2007-2015)
if not mentioned
Philippe SAMYN and PARTNERS
with FTI (sister company since 1989)
if not mentioned
01-567 | CULTURAL CENTER, NGOZI (BU) |
Client: | IRIBA |
Architecture: | Partner in charge : Gh. André. Associates : A. Charon, S. Dehasque, O. Jottard, N. L’Abbate, M. Naudin, J. C. Puechblanc. |
model : Andres FERNANDEZ MARCOS
For plans sections and elevations, please refer to the archives section of the site available from the “references” menu.