634 – STATION VAN ROSNY BOIS PERRIER
Grand Paris Express, Ligne 15 Est, Rosny Sous Bois, Frankrijk
48°52’57,26”N / 2°28’51,54”O
Station (exclusief de bijbehorende activiteiten): 10.392 m² 2016 – ; (01/634).
Internationale wedstrijd op uitnodiging.
- Inrichting van de directe omgeving
- Landschapsinrichting
- Stedenbouw
- Architectuur
- Binneninrichting
- Structural engineering (concepten)
De locatie waar het nieuwe station van Rosny Bois Perrier (RSB) ten oosten van de spoorlijnen van het RER-E wordt aangelegd, is zeer groen en geeft een algemene zachte indruk.
De stedenbouw vormt er een coherent geheel, met stroken woningen en schoolgebouwen die diagonaal ten opzichte van de spoorlijnen liggen. De laagste gebouwen (B+4) liggen rond de plaats waar het toekomstige station zal worden opgetrokken; de hogere gebouwen (B+9, B+11, B+15) liggen in de tweede lijn. De wijken worden door een groene laan en een beplant talud van de sporen gescheiden. Dit laatste onttrekt de parkeerplaatsen van het winkelcentrum Rosny 2 in het westen aan het gezicht en beperkt op die manier het sterke stedenbouwkundige contrast tussen de twee kanten van de spoorlijn.
De uitdaging bestond erin om het zichtbare (bovengrondse) gedeelte van het station voldoende ‘bestaansrecht’ te bezorgen in een omgeving waar alles massiever is: aan de westkant de heel grote constructies van het multiplexcomplex, het winkelcentrum en de bijbehorende parkeerplaatsen en zelfs aan de oostkant de woonstroken. De kwantitatieve bescheidenheid van de programma-elementen die in het bovengrondse gedeelte van het station moeten worden gelokaliseerd, vereist een gedurfde volumetrische uitdrukking, zodat de hoogte of de oppervlakte niet de belangrijkste parameters zijn, waarmee het station zijn plaats opeist.
Zo werd de volumetrie van het bovengrondse gedeelte volledig herzien in vergelijking met de verschillende voorafgaande studies die in het kader van het programma werden voorgesteld.
Over het station en zijn voorplein wordt een grote luifel, of veeleer een groot ‘lichtdak’, aangebracht. Deze past in een driehoek die verwijst naar de driehoekige geometrie van de samenstelling van het residentiële geheel in de jaren ’60 van de vorige eeuw. Onder het lichtdak worden de open en de gesloten functies van het station op een soepele en vriendelijke manier in de ruimte ingepast.
Cultuur van de plaats
Stations zijn de ambassadrices van de plaatselijke cultuur. Van die cultuur onthouden we twee belangrijke kenmerken: de ENACR (Ecole Nationale des Arts du Cirque) van Rosny-sous-Bois en de wereldwijde reputatie van de Seine-Saint-Denis op het vlak van de ‘Street Art’. Dat zijn de thema’s van de artistieke interventies die in het station werden uitgevoerd, waarbij het circus wordt voorgesteld als een bron van inspiratie voor de fresco’s die op de muren ‘getagd’ zijn.
Voorplein en bovengrondse gedeelte
Het voorplein wordt gedeeltelijk verkleind door de verplaatsing van het gebouw naar het oosten, maar de ruimte die aan de voorkant verloren is gegaan, wordt in de rand herverdeeld, zodat de andere functies die in het bovengrondse gedeelte van het station geïntegreerd zijn (de winkels en het politiecommissariaat evenals de nachttoegangen naar het SNCF-station) beter toegankelijk zijn. Door die verschuiving krijgt het politiecommissariaat aan de achterkant van het station niet alleen een eigen gevel, maak ook een natuurlijke verlichting en een zicht op de halvemaanvormige tuin achteraan (5 tot 15 m diep) en op de plantaardige omheining recht tegenover het talud van de SNCF.
Voorgevels en ingangen van het station
Alle gevels die naar het voorplein gericht zijn, vormen één geheel, dat duidelijk zichtbaar is vanaf de openbare ruimte en dat uitsluitend voor de winkels en de ingangen van het station bestemd is.
De ingangen van het station worden afgesloten door hekken van geperforeerde staalplaat. De open gedeelten tussen het lichtdak en de straatkiosken worden door netten afgesloten die de vogels moeten buiten houden.
Onthaal en verdeling van het station
Een grote rechthoekige gemeenschappelijke ruimte, die binnen een verlengstuk vormt van het voorplein, doet dienst als onthaal- en verdeelruimte. Deze eenheidsruimte wordt evenwel in twee verschillende entiteiten opgesplitst, die elk op een autonome manier worden beheerd – de ene door de GPE en de andere door de SNCF.
De vaste en de roltrappen die van de begane grond naar de overstapruimte leiden, worden in het middelpunt van de ondergrondse structuur opgesteld. De koker die in de voorafgaande studies werd voorzien voor de roltrappen, werd tot de volledige lengte uitgebreid in een streven om de ruimtelijkheid en de zichtbaarheid van de reizigers over het volledige station te verbeteren en om het daglicht te laten doordringen tot de kern van het ondergrondse gedeelte van het station. In het nieuwe project zijn 4 liften voorzien die vanaf de begane grond een rechtstreekse toegang bieden tot de perrons, zodat iedere laadbreuk voor personen met beperkte mobiliteit wordt voorkomen.
Geometrie
De as van het ondergrondse gedeelte, dat wordt bepaald door de richting van de sporen, vormt een hoek van 7° ten opzichte van de stedelijke rechthoekigheid. Het lichtdak volgt de stedelijke basisstructuur, terwijl de verdelingen in het station de oriëntatie van de perrons volgen.
Structuur van het lichtdak
De segmenten van bolvormige kappen, die gemaakt zijn van voor 60 % geperforeerde fijne roestvrijstalen platen en die op een vierkante basisstructuur van 5 m aan iedere kant opgesteld zijn, zijn bekleed met een doorlopend dichtheidsmembraan van doorzichtige ETFE. Deze constructie bedekt de uitgestrekte driehoek van het voorplein, het station en zijn straatkiosken.
Stellen hangstijlen en bintbalken, die verwijzen naar de ‘Polonceau’-constructie, spreiden het gewicht van het lichtdak over de fijne kolommen die volgens een vierkante basisstructuur met zijden van 15 m opgesteld zijn. De kolommen recht tegenover de ondergrondse structuur zijn zelf ‘vliegend’ gemaakt en door een polonceauspant aan de naburige elementen opgehangen. Door deze morfologie ziet de structuur er heel licht uit. De structuur is gemaakt van staal met een heel hoge elastische limiet (2.000 MPa), waarvan slechts 1/15 wordt gebruikt in geval van brand. Ze vereist daardoor geen enkele bescherming tegen brand. Het windverband wordt aan de zuidwestelijke zijde van de constructie recht tegenover het volume met 2 niveaus verzekerd.
Het regenwater wordt afgevoerd via een systeem onder druk bestaande uit roestvrijstalen buizen met Ø 60 mm, waarvan sommige de bintbalken van de polonceauspant vormen. Op ieder laag punt van de dakkappen worden kolken met Ø 30 cm geplaatst. De kolken worden aan het ETFE-membraan gelast. Het waterafvoernet speelt een rol in de architecturale uitdrukking van het lichtdak.
Straatkiosken en natuurlijke verlichting van de werklokalen
Het aantal thermisch geïsoleerde volumes wordt tot het strikte minimum beperkt. Hun belangrijkste delen worden overdekt door glazen daken met extra heldere dubbele beglazing (U = 1,1 W/m².K) en ze zijn uitgerust met witte zonnegordijnen aan de buitenkant. De commerciële ruimten en de lokalen van de GPE worden op die manier rechtstreeks via het lichtdak door daglicht verlicht. Die afgesloten volumes zijn niet al te diep, zodat het zonlicht overal kan doordringen, ongeacht of dat licht rechtstreeks van buiten komt of door het lichtdak wordt gefilterd.
Kunstlicht
Zoals eerder al werd vermeld, moet daglicht voorrang krijgen. De kunstlichttoestellen bieden een kleurtemperatuur van 6.500 K met een maximale kleurenweergave, zodat op iedere plaats in het station en op ieder moment van de dag de omstandigheden bij daglicht zo goed mogelijk kunnen worden weergegeven.
Open ruimten
Er is geen reden om de temperatuur te controleren in andere lokalen dan de lokalen waar wordt gewerkt. De hallen op de begane grond zijn overdekt, maar blijven open ten opzichte van de buitenlucht.
Diverse inrichtings- en uitrustingslokalen
De verkoopzones van de GPE en de SNCF worden symmetrisch opgesteld, zodat ze gemakkelijker herkenbaar zijn. De fietsenstalling is in het bovengrondse gedeelte van het station geïntegreerd en beschikt over een rechtstreekse toegang tot de hal van de GPE. De (openlucht) verbinding naar de SNCF-tunnel wordt afgesloten door een gevel van 60 % geperforeerde staalplaat. De ventilatieroosters zijn in het gebouw geïntegreerd.
Algemene sfeer binnen en materialen
Alle gebruikte materialen en de kwaliteit van het licht moeten – in overeenstemming met de onmiddellijke omgeving – zachtheid uitstralen. De materialen worden gekozen in functie van hun vermogen om na verloop van tijd een patinalaag te krijgen, zodat de indruk van een ongecontroleerde veroudering en vervuiling kan worden voorkomen.
De vloeren van de perrons zijn van zware houten planken gemaakt.
Geperforeerde staalplaat – een materiaal dat in het kader van dit project in hoge mate wordt gebruikt – biedt de volgende voordelen: het materiaal houdt wind tegen, laat doorzichtigheid toe en vereist geen onderhoud.
LOKALISATIE
Grand Paris Express, Ligne 15 Est, Rosny sous Bois, Frankrijk
48°52’57,26”N / 2°28’51,54”O
BOUWHEER
Société du Grand Paris, gebouw ‘le Cézanne’, 30 av. des Fruitiers, 93200 St Denis, France
ARCHITECTEN EN INGENIEURS
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers Philippe Samyn
Waterloosesteenweg 1537 B-1180 Brussel Exclusieve eigenaar van de auteursrechten (copyright)
Tel. + 32 2 374 90 60 Fax + 32 2 374 75 50
E-mail: sai@samynandpartners.com,
belast met de architectuur van het station Rosny Bois Perrier (architectuur, beheer van de stromen, van de structurele en de technische concepten, van de duurzame bouw, van de stedenbouw, van het landschap en van de interieurarchitectuur)
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, maakt als mede-aannemer deel uit van een solidaire groepering die een offerte indient voor de ‘Uitvoering van de civieltechnische werken en de inrichtingen die nodig zijn voor de realisatie van de infrastructuren van de lijn 15 Est ‘Saint-Denis-Pleyel – Champigny Centre’ van de Grand Paris Express’.
De groepering bestaat uit de volgende leden:
de volgende studieburelen:
SNC-LAVALIN SAS (mandataris), voor het deel Sturing, OPC, Infrastructuur, VRD en Systeem
TPF INGENIERIE SAS, voor het deel Multidisciplinair Studiebureel Gebouw / Infrastructuur/ Water/ Milieu/ Energie-Onderhoud
TECNIMONT CIVIL CONSTRUCTION SPA, voor het deel Tunnels en Geotechniek,
de volgende architectuur- en stedenbouwkundige burelen:
CARDETE HUET Architecture, voor het deel BIM en Architectuur van het station Stade de France,
CRUZ y ORTIZ Arquitectos, voor de Architectuur van de stations Fort d’Aubervilliers en Mairie d’Aubervilliers,
REICHEN et ROBERT & Associés, voor de Architectuur van de stations Drancy Bobigny en Bobigny Pablo Picasso,
FRANCOIS LECLERCQ, voor de Architectuur van het station Bondy,
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, voor de Architectuur van het station Rosny Bois Perrier,
AUER WEBER voor de Architectuur van de stations Val Fontenay en Nogent Le Perreux.
Het volgende architectuur- en stedenbouwkundig bureel treedt op als onderaannemer:
A’PMD, voor de Architectuur van het station Rosny Bois Perrier naast Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers.
De volgende studieburelen werken mee als onderaannemers:
SEPIA GC, voor de Civieltechnische-Geotechnische werken,
Schlaich Bergermann Partners, voor het deel BET Structuur,
GERAC, voor het deel Elektromagnetische velden,
PARSONS, voor het deel Systeem,
SENOFI, voor het deel Verontreiniging,
ROUGE VIF Territoire, voor het deel Communicatie
TEAM Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers
Architectuur: Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers (Brussel)
Design Partner: Dr Ir Philippe Samyn
Venoot belast met het project: Quentin Steyaert (belast met het project)
Medewerkers: Gabriel BALTARIU, Louis CHAUMONT, Gilles De MOL, Mirela GANCHEVA, Vlad POPA en Radu SOMFELEAN
Projectdirecteur: A’PMD (La Chapelle sous Brancion): Pierre-Michel Delpeuch
Stedenbouw en landschap:
Philippe SAMYN and PARTNERS, sprl architects & engineers, samen met A’PMD (La Chapelle sous Brancion)
Concepten speciale technieken:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, Dr Ir Philippe Samyn
Concepten stabiliteit:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, Dr Ir Philippe Samyn
Concepten bouwfysica en energie:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, Dr Ir Philippe Samyn
DOCUMENTATIE
Documentatiebeheer: Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, (André CHARON en Quentin OLBRECHTS)
3D_beelden: Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, (Vlad POPA)
For plans sections and elevations, please refer to the archives section of the site available from the “references” menu.