497-TOTAL BELGIUM N.V. – SERVICESTATIONS – RUSTPLAATS VAN SPY

Autostrade E42, Luik – Bergen, Jemeppe-sur-Sambre (België)

Oppervlakte van de gebouwen : basisproject :  3.006 m², variante met loopbrug : 2.554 m², oppervlakte van de voetgangersbrug : 372 m² en terreinoppervlakte (servicehaven Noord en Zuid) : 78.300 m²;  (2005-2008); (01-497). Wedstrijd op uitnodiging, laureaat.

Uitgevoerde diensten :

– Architectuur.
– Interieurvormgeving.
– Stabiliteit.
– Speciale technieken.
– Energieconcept.
– Projectbeheer.
– Financieel beheer.

Beschrijving :

Het project is een aanzet om de rit te verenigen met het genot van de reis, de wereld van de bestuurder met de omgeving, de veiligheid met het comfort, het noodzakelijke met het aangename.

Het wil zich ontplooien zoals een surfer op de zee, een bloem in de wei, een zweefvliegtuig in de lucht of zoals een muziekdeuntje dat afspeelt in de wagen of vrachtwagen.

De compactheid van het project heeft tot doel een maximale groenoppervlakte en een minimum aan asfaltoppervlakte te realiseren, anderzijds worden de functies van het servicestation geoptimaliseerd.

De formele opbouw van het station en de functionele organisatie, een spiraalvorm rondom het centrum van het station dat dienst doet als inkompartij, zijn voortgevloeid uit de zorg om de verschillende passages vlot, harmonieus en efficiënt te laten verlopen. Dit punt is de verzamel- en ontmoetingsplaats bij uitstek van de hele servicehaven.

Rondom deze centrale plaats ontplooien de daken zich zoals vleugels, het zijn koepels gevormd uit witte PVC zeilen, bevestigd op een structuur van gelijmd gelammeleerd hout. Ze kondigen het station aan vanaf de autosnelweg. De verschillende vleugels bedekken een enkel paviljoengebouw waarin alle diensten van het station verenigd zijn.

Elke vleugel omvat een specifieke groep diensten: de pompen bevinden zich onder de voornaamste luifel, de inkompartij bevindt zich onder de kleinste luifel, de boetiek en de technische lokalen zitten onder de achterste luifel die parallel staat aan deze van de pompen en tot slot is er het restaurant dat zich bevindt onder de koepelvormige luifel.

Deze zeilen koepels die ’s nachts oplichten zijn een herkenbaar en zichtbaar signaal. In het variante project (1) biedt de loopbrug, die opgebouwd is uit een structuur van hout en metaal met een dak van zeilen uit PVC, een visuele verzamelplaats tussen de twee stations, zoals een speels lint tussen twee windvliegers.

Het patroon van de parkingplaatsen is als een kroon omheen het gebouw, deze opstelling laat het toe de wagens van binnenuit te overzien. Het concentrisch hergroeperen van de diensten van de servicehaven en het inlassen van een gelimiteerde snelheidszone zit mee vervat in het station.

De diensten en parkeerplaatsen voor bussen en vrachtwagens bevinden zich aan de achterzijde van het gebouw. Hierdoor wordt het zicht en de benadering vanaf de autosnelweg niet geblokkeerd, anderzijds is de visuele impact van bussen en vrachtwagens naar het landschap toe geminimaliseerd.

Zo ook worden de rijwegen en de parkingplaatsen omgeven door visuele landschapsheuvels, hagen en rijen bomen.

De zichtbaarheid van het servicestation vanaf de autosnelweg omhult zich eveneens op het station met zijn witte daken in vleugelvormen en zijn groenschermen.

De omliggende bomenrijen bakenen het omliggende landschap af van de visuele opstelling van het station en van de autosnelweg.

De aanleg van de groenzones is zodanig uitgewerkt zodat het omliggende bestaande landschap zo lang mogelijk in verlengd wordt.

De zorg voor deze contextuele integratie, zowel landelijk als regionaal, komt voort uit de materiaalkeuze voor de belangrijkste onderdelen van het gebouw: de gevels en de draagstructuur zijn vervaardigd uit inlands hout.

De milieubewuste houding over duurzame ontwikkeling is de leidraad in alle keuzes. Onderstaand voorbeeld toont enkele aspecten betreffende de houding over duurzame ontwikkeling (“HQE”, hoge milieukwaliteit) dat nagestreefd wordt vanaf de studiefase doorheen de constructie, op de werf, tijdens de uitbating en in het onderhoud, tot en met het uiteenhalen en herbruiken van de onderdelen van het project op het einde van de vergunning:

  • Het project beheerst ter plaatse de zuivering en de afbraakmaterialen van de bestaande servicehaven. De afgravingen en aanvullingen vullen elkaar aan, de afvalmaterialen van de afbraak worden ter plaatse vermengd met teelaarde en tot heuvels verwerkt, indien dit na analyse mogelijk blijkt.
  • Heel het station is zonder opstappen gebouwd zodat er een maximale toegang is voor personen met een beperkte mobiliteit.
  • De thermische buffer gevormd door de ruimte tussen de zeilen en de gebouwen zorgt voor een minimale impact van de zonnestralen.
  • De warmtepompen, de Canadese putten, de zonnepanelen, de warmtewisselaars, een dik isolatiepakket, afgemeten beglaasde delen,… zijn onderdelen van de drie basisprincipes voor het respect voor het milieu betreffende energetische bouwstoffen: een maximale vermindering van het verbruik, een maximale recuperatie en een maximaal gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
  • Voor de binneninrichting werden niet of moeilijk herbruikbare materialen tot een minimum beperkt, evenals materialen die een groot energieverbruik hebben bij vervaardiging (zoals aluminium, verven op basis van solventen, bekledingen uit mélamineplaten, gipsplaten, …)
  • De structuur en de raam- en deurkaders zijn vervaardigd uit een inlandse houtsoort, ze zijn zo opgesteld dat ze tegen regen afgeschermd zijn.

De veiligheid, de diensten, het comfort voor de gebruikers en de functionaliteit zijn evenzeer een bezorgdheid die de verschillende keuzes in het project bepalen. Enkele voorbeelden:

  • De bussen en de voertuigen kunnen hun inzittenden afzetten op het voorplein net voor de inkom van het station. Hierdoor zijn de voetgangers bevoorrecht op de servicehaven.
  • Via voetpaden en voetgangerszones die vertrekken vanaf de parkeerplaatsen, kan men zonder enige opstap het gebouw in alle veiligheid bereiken.
  • De snelheidsbeperking voor voertuigen wordt bereikt doordat de wegen aangelegd zijn in lichte bochten en met rondepunten. Deze laatste dienen als leidraad voor de bestuurders om de weg in alle veiligheid terug te vinden.
  • De luifel bedekt het hele complex, dit laat de bezoekers toe om de inkompatio ” het hart van het station” overdekt te bereiken. Het geheel van daken beschermt de gebruikers niet enkel tegen regen maar ook tegen zon, ze bieden zowel buiten als binnen een optimaal verblijfscomfort.

De krommen die het gebouw en zijn daken aflijnen, de warmte regelende materialen zoals het hout en de zeilen, de visuele lichtheid van de structureel opgebouwde houten gevels en de daken zoals vleugels aan een zweefvliegtuig maken van het geheel een menselijk project. Het besteedt veel aandacht aan het welzijn van de gebruikers en heeft respect voor het milieu.

(1) Het basisproject bevat het Noord- en het Zuidstation, beide identiek en symmetrisch geplaatst ten opzichte van elkaar.

Het variante project bevat twee verschillende stations die verbonden worden door een voetgangersbrug.

Document E41_01/497 -Nl Editie 2009-03-26

Krediten :

Architecture and Engineering: Philippe SAMYN and PARTNERS All projects are designed by Philippe Samyn who also supervises every drawing
 Structural Engineering: Philippe SAMYN and PARTNERS with SETESCO (sister company 1986-2006) or INGENIEURSBUREAU MEIJER (sister company 2007-2015) if not mentioned
Services engineering: Philippe SAMYN and PARTNERS with FTI (sister company since 1989) if not mentioned

01-497 SERVICE STATION, SPY.
Client: TOTAL.
Architecture: Design Partner: Philippe SAMYN Administrative Partner: Quentin STEYAERT Collaborators: Ghislain ANDRÉ, Carole ASPESLAGH, Julien-Pierre BUSE, Jacques CEYSSENS,  Isabelle DEMUYSER,  Ronny FICHANT, Maarten FRANSSEN, Marta GOLSZTAJN, Aleksandra IWANICKA, Catherine JANSSENS, Hayriye OZTÜRK ,  Djenabo Fonseca RANGEL, Kay VERKAIK, In collaboration with: Lahon and  Partners. Hugo LAHON, Gäetan MARTINAGE.
Structure:   Philippe SAMYN and PARTNERS with SETESCO bvba. Philippe SAMYN, Pierre LATTEUR.
Services: Landscaping: Philippe SAMYN and PARTNERS Philippe SAMYN. Health and Security: SECO asbl M. Jean-Fançois GHEYSSENS. coordination: Mercomet Gilles DE HARENG technical control: SECO asbl Jean-Philippe DEPOUHON,  Philippe  HORMAN, Philippe de Mey, Claude Pimpurniaux, Jean François Minne. piping: ALPHA Geert RUYS, Michel PERSIAU. Ground decontaminator: HASKONING Kris CASTELEYN. CONSTRUCTION civil work and building enclosure: Société de travaux GALERE www.galere.be with VICTOR BUYCK STEEL CONSTRUCTIION N.V and  TIMMERS N.V for the steel construciton electricity: COLIGNON +32 8 647 77 00 FAX +32 8 647 77 11 H.V.A.C., Plumbing,: CEGELEC +32 4 23 29 60 41 FAX +32 4 384 65 33. Landscaping: Société de travaux GALERE www.galere.be BALLAST-NEDAM e.pannekoek@ ballast-Nedam.com piping: MERTENS frederik.mertens@skynet.be
Fotografen :

Foto’s : Marie-Françoise PLISSART.
Model : Andrès FERNANDEZ MARCOS.

Plaats :
Foto's
Omgeving
Films
Model
Renders
Tekeningen

For plans sections and elevations, please refer to the archives section of the site available from the “references” menu.

497-TOTAL BELGIUM N.V. - SERVICESTATIONS – RUSTPLAATS VAN SPYDEBBA