© Drawing : SAMYN and PARTNERS
547 – UITBREIDING EN RENOVATIE VAN HET MIDDELHEIMZIEKENHUIS
Antwerpen (België).
50°10’55,21’’N/4°25’11,92’’E
9.095 m² nieuw, 11.298 m² renovatie ; 2008 – (01/547).
In dit stadium: gedetailleerd voorontwerp.
- Architectuur
- Stabiliteit
- Bijzondere technieken
- Inrichting van de omgeving.
Het bestaande ziekenhuis
Het Middelheimziekenhuis dat van 1958 tot 1968 werd gebouwd, is het werk van architect Renaat Braem, één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Belgische naoorlogse architectuur. Het gaat om een voor die tijd klassieke ziekenhuistoren in de vorm van een kruis. De zuiver modernistische architectonische expressie wordt gekenmerkt door een sterke benadrukking van de betonnen structuur.
Sinds de bouw werden alle ziekenhuisdiensten minstens eenmaal volledig gerenoveerd en werd het gevelbeton vernieuwd. Er werden eveneens meerdere bijgebouwen rond het hoofdgebouw opgetrokken.
Programma van het project
Het Massaplan van het ziekenhuis beveelt de bouw aan van een nieuw medisch-technisch blok in de vorm van een autonome uitbreiding die geplaatst wordt in het laatste vrij gebleven kwadrant dat aan de centrale circulatiekern verbonden is met een soort navelstreng die alle circulatie samenbrengt. De projectprogrammering voorziet dat de bestaande functies naar het nieuwe blok verhuizen en dat de oppervlakte die zo in het bestaande gebouw vrijkomt, heringericht wordt. Het omvat een nieuw operatiekwartier van twaalf zalen, het chirurgisch dagziekenhuis, de centrale sterilisatiedienst, het dagziekenhuis van de inwendige geneeskunde, de uitgifteapotheek, verschillende raadplegingen en de centrale vestiaires. De negende verdieping van het centrale gebouw, dat vandaag door het operatiekwartier wordt ingenomen, zal als kantoorruimte worden ingericht.
Het concept van “interne uitbreiding”
Ondanks zijn schijnbare eenvoud, heeft het schema van de kruisvormige toren het grote nadeel dat alle verkeersstromen in dezelfde verticale circulatiekern door elkaar lopen en biedt het concept van het Massaplan op dit vlak geen mogelijkheid tot verbetering. Daarom wijkt het project dat op het concours werd voorgesteld en door de Bouwheer werd aanvaard van dit schema af en stelt het een concept van “interne uitbreiding” voor: een nieuw gebouw in U-vorm omringt één van de bestaande vleugels, over drie verdiepingen, en zorgt voor plateaus met een grote oppervlakte waarin de verkeersstromen gemakkelijk gestructureerd kunnen worden. Deze mogelijkheid is bijzonder nuttig in het Operatiekwartier waar de interne en externe verkeersstromen (gehospitaliseerde patiënten, logistiek, steriel materiaal, besmet afval, enz.) absoluut gescheiden moeten blijven van de bezoekersstromen.
De grootste compactheid van het nieuwe geheel vermindert de totale lengte van de verkeerscircuits en bevordert de inrichtingsflexibiliteit maar verhoogt de diepte van de plateaus. Het natuurlijke licht dringt echter door tot in de kern van de nuttige oppervlakken via een atrium en een dienstenplein die zich tussen de bestaande vleugel en de nieuwe uitbreidingen bevinden. Loopbruggen doorkruisen deze verbindingsruimtes op zes zorgvuldig bepaalde plaatsen en dragen bij tot het adequaat structureren van de verkeersstromen.
Flexibiliteit
Het concept beoogt zowel op korte als op lange termijn een grote inrichtingsflexibiliteit. De structuur, zuilen, balken en vloeren, bestaat uit demonteerbare elementen van voorgefabriceerd beton die op hetzelfde modulaire rooster van het bestaande gebouw geplaatst zijn. De noodtrappen, vaste punten van het gebouw, bevinden zich op strategische plaatsen en hun aantal is tot het strikt noodzakelijke beperkt.
De gevel is eveneens geïntegreerd en bestaat uit onderbroken, lichte onderdelen die gemakkelijk verplaatst, vervangen of omgewisseld kunnen worden.
De nabijheid van de technische ruimtes verkleint de ingenomen ruimte van de verdeelleidingen. Hun grote omvang en hun onafhankelijke toegankelijkheid zorgen ervoor dat het onderhoud kan plaatsvinden zonder dat de bediende niveaus er hinder van ondervinden en dat de uitrustingen gemakkelijk vervangen kunnen worden.
Functieverdeling
Het ondergrondse niveau (niveau -2) wordt ingenomen door archieven in afwachting van de verbinding met de toekomstige grote ondergrondse parking.
Op grondniveau (niveau -1) heeft de Centrale Sterilisatiedienst een rechtstreekse verbinding met het Operatiekwartier en een logistieke toegankelijkheid van buitenaf met het oog op de bediening van de andere ziekenhuizen van de groep. Alle vestiaires van het ziekenhuis zijn eveneens gehergroepeerd in één van de vleugels van het bestaande gebouw.
Logischerwijze bevindt het Dagziekenhuis van de inwendige geneeskunde zich op het niveau van de openbare toegang (niveau 0), rechtstreeks bereikbaar en op hetzelfde niveau van de grote opnamehal. De uitgifteapotheek heeft een loskaai die met de Centrale sterilisatiedienst op het onmiddellijk onderliggende niveau gedeeld wordt.
Op niveau +1 strekt het operatiekwartier zich uit over de twee nieuwe vleugels en de bestaande centrale vleugel. Er zijn twaalf operatiezalen van verschillende groottes in ondergebracht. De inrichting van de zalen en van de pre- en postoperatieve sectoren kan vrij variëren met name om gespecialiseerde groeperingen te vormen. Alle zalen kunnen van natuurlijk licht genieten.
Het niveau +2 bevat de technische ruimtes die voor het onderliggende Operatiekwartier noodzakelijk zijn.
Het laatste nuttige niveau van de toren (niveau +9) wordt heringericht om alle administratieve kantoren in onder te brengen.
Verticale verkeersstromen
De verplaatsing naar beneden van functies die talrijke verticale verkeersstromen teweegbrengen, zorgt ervoor dat de bestaande liften minder gebruikt worden. De toestand wordt nog verbeterd door de herstructurering van de liftbatterijen in het centrum van het kruis: twee bestaande goederenliften worden immers omgevormd tot prioritaire medische liften en drie kleine goederenliften die voor de maaltijden bestemd zijn, worden vervangen door twee grote goederenliften voor algemeen gebruik.
Logische bouw (“Duurzame bouw”)
Het nieuwe gebouw wordt ontworpen op een manier die zorgt voor rationeel energieverbruik: oriëntatie van de gevels, overal overvloedig natuurlijk licht, versterkte isolatie zonder warmtebrug, thermische hoogrendementsinstallaties, ventilatiesysteem met warmterecuperatie, gecentraliseerd technisch beheer, enz. De milieu-impact wordt eveneens verminderd: geluidscomfort, regenwaterrecuperatie, eenvoudig onderhoud, enz.