625 – STATION VAN NANTERRE LA FOLIE
Grand Paris Express, Lijn 15, Nanterre, Frankrijk
48°53’58,55”N / 2°13’40,09”E
Station (deel SGP): 9.682 m²; 2015; (01/625)
Internationale wedstrijd op uitnodiging
- Inrichting van de directe omgeving
- Landschapsinrichting
- Stedenbouw
- Architectuur
- Binneninrichting
- Structural engineering (concepten)
- Engineering van de speciale technieken (concepten)
- Bouwfysica
- Energetische en duurzame concepten
- Projectbeheer
- Kostencontrole
Société du Grand Paris wil de notie van een eenvoudig (metro)station laten evolueren naar die van een symbolisch station: deze semantische verschuiving weerspiegelt de erkenning van de stedelijke rol van dit station, zijn zichtbaarheid in de wijk, zijn vermogen om een centrale rol te spelen in de bedrijvigheid van de streek die ongetwijfeld ontstaat door de openheid en beweging van het net.
Het station is gekoppeld aan bijkomende activiteiten van EPADESA (eiland ‘Les Groues’) met een bovenbouw die woningen en kantoren omvat.
Voor het welslagen van het project als symbolisch station en voor zijn uitstraling in de wijk is een eenvormig ontwerp van het geheel een absolute must.
De verdeling van de opdrachtgevers leidt tot de loskoppeling in twee verschillende aanpakken in ontwerp die gewoon samen gecoördineerd worden. Dat is een, weliswaar overkomelijke, moeilijkheid voor een symbolisch station. Men kan zich moeilijk voorstellen dat het station een uitstraling heeft in de wijk als de zichtbaarheid beperkt blijft tot het gelijkvloers van een vrij hoog gebouw dat door anderen ontworpen wordt.
De notie van een “opgewaardeerd station” leidt tot het bewerken van de doorsnede van het geheel voor het station + bijkomende activiteiten, zodat een beter evenwicht gevonden wordt tussen de onderdelen: het station verticaal ruimer maken, de operationele autonomie van de twee projecten vergroten voor een betere win-win situatie van de desbetreffende opdrachtgevers.
In de voorstudies van de opdrachtgever komen de niveaus van de bovenbouw voor de bijkomende activiteiten op het gelijkvloers, dat ingenomen wordt door het station. Hierdoor moeten massieve palen geplaatst worden die deze verdiepingen doorheen de verschillende niveaus moeten dragen. Deze zijn hinderlijk voor vloeiende verkeersbewegingen en belemmeren ook het zicht.
Door deze bovenbouw te vervangen door een geleidelijke vooruitbouw van de niveaus voor de bijkomende activiteiten boven het station kan dit naar boven toe ademen en wordt het bevrijd van de noodzaak om de lasten van de bijkomende activiteiten op te vangen. Vandaar het idee om een volume te creëren met een dwarsdoorsnede van een opgetrokken driehoek, een tweevlakshoek. De zuidkant is een grote glazen gevel met veel lichtinval die uitkijkt op het stadslandschap van la Défense en de noordkant is gemeenschappelijk met de bijkomende activiteiten.
Het station wordt een grote lichtdoos, een magische lamp, een fijne spinnenwebstructuur die speelt met zowel het zonlicht als de nachtelijke verlichting.
Ze krijgt de nadruk door haar ruime driehoekige voorportaal van 10 m hoog dat tevens dienst doet als portiek voor de bijkomende activiteiten.
DE STEDELIJKE CONTEXT
Het eiland ‘Les Groues’ is het hart van een toekomstige wijk met in zijn binnenste een multimodaal station aangesloten op het RER Eole (regionaal expresnet).
Het eiland is een onregelmatige veelhoek die perfect ingebed zit in een dicht en even onregelmatig net van bebouwde eilandjes en openbare voetganger-sruimten, met onder meer twee bruggen boven de spoorlijnen van Eole, het balkon en de place du Marché.
Het gelijkvloers van het eiland moet dan ook erg ontvankelijk zijn en een gevarieerd handelsaanbod vormen dat nog uitgebreid wordt door de aanwezigheid van de place du Marché aan oostelijke zijde. De overdwarse hal van het station is toegankelijk vanuit het noordelijke voorportaal en het zuidelijke balkon, waardoor het ontvankelijke karakter nog benadrukt wordt.
Een lange beglaasde tweevlakshoek overdekt het station over de volledige zuidelijke lengte van het eiland en leunt aan tegen het grote monolitische en poreuze volume van de bijkomende activiteiten.
De tweevlakshoek is aan de noordzijde voorzien van vier punten waarlangs daglicht en verse lucht binnenstromen. Deze zijn zowel voor de zintuiglijke als energetische feel van het station een echte weldaad.
Voor de verdiepingen die bovenop het uitgestrekte gelijkvloers met handelsruimten komen, stellen we een geheel van dunne gebouwen voor die min of meer loodrecht op de wegen lopen met een oost-west geveloriëntering.
Deze inplanting voorkomt ‘lelijke’ zichten op de sporen van Eole en opent het eiland naar de rue de la Garenne waardoor de openbare ruimte in het noorden volop zon krijgt. Tegelijkertijd kiest men zo voor eenvoud en structurele besparingen. Niettemin krijgt EPADESA door de keuze voor de tweevlakshoek totale autonomie voor zijn ontwikkeling.
HET STATION
De grote overdwarse hal van het station ligt ten westen en in de as van de tweevlakshoek. In het noorden heeft men rechtstreeks toegang via het voorportaal in de visuele opening van de rue de Lens en de Cours des Groues, op de hoek van de rue de la Garenne en de passage Hébert. Overdekt door de bijkomende activiteiten loopt de driehoekige ruimte met drie niveaus van het voorportaal via een brasserie-terras door als balkon in het zuiden. Deze bevindt zich boven de ‘multiservice punten’ en andere ‘reizigersruimten’ en biedt een zicht op het hart van het
station. Ook in het zuiden heeft men een rechtstreekse toegang tot de hal via het balkon en de ‘Eole’-brug.
Het is in deze grote hal, voorbij de controlelijn, dat men toegang krijgt tot de verticale verkeersstromen (mechanische trappen, roltrappen en liften), die geconcentreerd werden in het uiterste westen op de as van de tweevlakshoek en die leiden naar het overstapniveau (-14,40 m). Door deze concentratie krijgt men niet enkel een duidelijk verkeersplan dat geniet van veel daglicht, maar ook, en dit zowel in de hal (0,00 m) als op het trapbordes (-7,20 m), perspectiefzichten biedt op het volledige station tot de perrons op niveau -24,16 m.
Het overstapniveau (-14,40 m), met zijn aansluitingen op het toekomstige station Verte-Orange en het Eole-net, is ook rijkelijk voorzien van daglicht en biedt een goed zicht op de perrons op niveau -24,16 m; de zuidelijke tuin (niveau -14,4 m), die zich uitstrekt onder een brug met luifel; de vier kleine tuintjes in het noorden, met helemaal achteraan zijn lichtpunten en natuurlijke ventilatie.
Trappen en mechanische trappen worden er relax ontrold in de grote openingen om zachtjes te landen op de perrons.
Het is opnieuw een gevoel van ruimte, welzijn en ‘frisheid’ dat de bovenhand haalt op de ruime en natuurlijk geventileerde perrons die vrij zijn van zuilen en kolommen en baden in het daglicht op niveau -24,16 m.
De ‘treinkoker’ werd getekend met een plafondhoogte van 5,4 m boven de perrons. Hierdoor ontstaat een vrije ruimte van 3,7 m hoogte tussen de overdekkende waterspiegel en de onderzijde (akoestisch, geperforeerd en gespiegeld staal) van de vloer op niveau -14,4 m.
De gevels van de perrons hebben dus een hoogte van 5,9 m, waarvan 2,5 m voor de glazen toegangsdeuren en -wanden tot de treinen en 3,4 m voor het bovenraam dat overal aanwezig is. De afbeeldingen van het project geven dit bovenraam steeds spiegelend weer om het natuurlijke licht te weerkaatsen. Ze zijn het voorbeeld bij uitstek van het voorstel om de ruimte zo maximaal mogelijk ‘uit te rekken’.
PROJECT OWNER
Société du Grand Paris, building « le Cézanne », 30 av. des Fruitiers, 93200 St Denis, France
ARCHITECTS & ENGINEERS
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers Philippe Samyn
Chaussée de Waterloo, 1537 B-1180 Brussels Exclusive copyright owner
Tel. + 32 2 374 90 60 Fax + 32 2 374 75 50
E-mail: sai@samynandpartners.com,
responsible for the Architecture, Building Physics, Structural and Equipment Engineering (concepts) (in coordination with the MOE Génie civil et Systèmes), Sustainable Construction, Urban Planning (with AGORA), Landscaping (with AGORA), Interior Design and Internal Coordination of the association,
the group consists of:
jointly, the specialised architects, the engineering offices and the experts:
– Paul ANDREU Architecte Paris sas (Paris) (PAAP), consultant architect;
– A’PMD (La Chapelle sous Brancion) , Pierre-Michel Delpeuch, architect engineer specialised in Architecture, Urban Planning, Territorial planning for transportation infrastructure projects, Flow management;
– Bureau MICHEL FORGUE sarl (Paris), for the competence in Building Economics;
– PEUTZ & ASSOCIES sarl (Paris), for the competence in Acoustics;
– MAGIC MONKEY sprl (Brussels), for the competence in Lighting;
– AGORA sa (Brussels), for the competence in Urban Planning and Landscaping;
– CITAE sas (Montigny-le-Brotonneux), for the competence in Fire Safety and in Accessibility;
– ROBRECHTS & THIENPONT cvba (Turnhout), for the competence in Security.
TEAM
Architecture:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl (Brussels)
Design Partner:
Dr Ir Philippe Samyn
Venoot belast met het project:
Quentin Steyaert (Chef de projet), Benedetto CALCAGNO
Collaborators:
Ghislain ANDRE, Giuseppe CARDILLO, Åsa DECORTE, Elista GESHEVA, David GUILLEMAUD, Roser IGUAL, Camille JACOBS, Benoit LACASSAGNE, Denis MELOTTE, Quentin OLBRECHTS, Vlad POPA, Antonio QUINONES, Paolo RUARO, Giulia VENTRE
Consultant Architect:
PAAP sas (Paris): Paul ANDREU, Daniel GRAIGNIC
Project Director:
A’PMD (La Chapelle sous Brancion): Pierre-Michel Delpeuch
Building Services
Concepts:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, Dr Ir Philippe Samyn
Structural Concepts:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, Dr Ir Philippe Samyn
Building Physics and Energy Concepts:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers, Dr Ir Philippe Samyn
Costs Management:
Bureau Michel FORGUE sarl (Paris, Lyon), Michel Forgue, Céline ZACCARO
Acoustics:
PEUTZ & ASSOCIES sarl (Paris), Stephane MERCIER, Ir. Jean-Batiste BODIN
Security:
ROBRECHTS & THIENPONT cvba (Turnhout, Belgium), Paul ROBRECHTS, Marc THIENPONT
Lighting:
MAGIC MONKEY sprl (Brussels), Daphné DELBEKE, Marc LARGENT
Urban Planning and Landscaping:
AGORA sa (Brussels), Ir. Paul PLAK, François-Xavier VAN MAELE, Pierre LORAND
Fire Safety:
CITAE sas (Montigny-le-Brotonneux), Grégory BOURDIN, Philippe AUROUSSEAU
Accessibility:
CITAE sas (Montigny-le-Brotonneux), Remy LARGEMAIN, Justine BOIRAL, Coline PROMPT
DOCUMENTATION
Documentation management:
Philippe SAMYN and PARTNERS sprl, architects & engineers (Andrés CHARON and Quentin OLBRECHTS)
Computer-generated images:
Philippe SAMYN and PARTNERS, architects & engineers (Vlad POPA)