Page 64 - ELEMENTS EUROPA (NL)
P. 64
60
De plafonds van de drie grootste zalen aan de binnenkant van de lantaarn
onderscheiden zich door een metalen onderbouw, die de nodige spanning
garandeert om dunnere vloeren mogelijk te maken en ook de trillingen
vermindert. Het grote stalen vlechtwerk rond de centrale tamboer biedt de
aanblik van een omgekeerde koepel, waarbij de convexe kromming naar het
midden van de compositie kantelt. De witte, vierkante staven zijn onbuigzaam en
recht, maar toch zijn ze als een mand gevlochten en stralen als een opeenvolging
van raaklijnen vanuit dezelfde centrale ring. Ze bevinden zich over twee boven
elkaar liggende vlakken waarvan de lijnen verbonden zijn met de omtrek van
de zalen, respectievelijk in de ene, dan in de tegenovergestelde richting. Dat
resulteert in een bijna schroefvormig draai-effect dat de ruimtelijke dynamiek
van de installatie accentueert. Het geheel tekent zich af tegen de polychrome
achtergrond van de versieringskunst van Georges Meurant. De prachtige
orthogonaliteit van de picturale compositie die het oppervlak van het plafond
siert, wordt visueel geritmeerd door de rotatie van die metaallijnen en de
alternerende richting rond de centrale tamboer. Het profiel in doorsnede van
die exostructuren benadrukt de curves van de elliptische omtrekken van het
plan. Het volume dat zo ontstaat en de ophanging in het midden van de zalen
zijn het resultaat van de bouwkundige precisie. Tracés, assemblagesyntaxis en
superpositie van de structuurlagen, bekleding en afwerking belichamen samen
de architecturale effecten die, vertrekkend van de ontwerptekening, in de ruimte
zijn ontstaan.
Het ellipsvormige grondplan van de zalen brengt een hoop ruimtelijke
voordelen met zich mee waaraan ook een hele reeks mogelijke betekenissen kan
worden gekoppeld. Opnieuw zorgt een tweeledige vorm ervoor dat dit gebouw,
dat bestemd is voor ontmoetingen tussen grote leiders, een architecturale
meerwaarde krijgt. Zoals steeds kan de functie de betekenis van de vorm niet
uithollen: de vorm kan niet enkel door zijn bestemming worden verklaard. In de
architectuur sluiten de functionele en inhoudelijke formulering nauw bij elkaar
aan, ze kunnen niet los van elkaar worden gezien. Daarom is het noodzakelijk alle
effecten die door de vorm in de ruimte worden geproduceerd, vorm te geven
in overeenstemming met de logische en esthetische mogelijkheden, die de ene
keer worden bepaald door de zintuiglijke waarneming en de andere keer door de
typologische rangschikking (die vormen en betekenissen op zijn minst virtueel
samenbrengt) – een bouwkundige poëtica en een waardeleer.
De ellips is al sinds de Romeinse oudheid aanwezig (het Colosseum) en bereikt
architecturale hoogtepunten in de tijd van de barok (Borromini in Rome, Puget in
Marseille, Balthasar Neumann in Würzburg en in de Vierzehnheiligen, Dominikus
Zimmermann in Steinhausen en in Wies). We zien hoe de ellips een belangrijke
plaats inneemt bij het ontwerpen van vlakken en gewelven, telkens als er gezocht
wordt naar effecten om binnen beperkte afmetingen elementen uit te rekken en
ogenschijnlijk te vergroten: het perspectief ontvouwt zich door het plooien en
vouwen van de ruimte, langs lijnen die visueel zowel doorlopend als gebroken