Page 203 - ELEMENTS EUROPA (NL)
P. 203
ELEMENTS EUROPA DE REDENEN VOOR HET DETAIL 199
Een voorbeeld van het ‘technische’ detail: de bevestiging van de glaspanelen
aan de secundaire structuur van de lantaarn. Het hele ‘opbouwende’
vocabularium van de assemblage, van de dragende structuur tot de
buitenstructuur waartegen de glazen buitenschil is bevestigd, de verticale
symmetrieën als tegengewicht voor de dragende en hangende elementen, de
vanuit één punt vertrekkende verdiepingsvloeren en hun soepele algoritmes, de
omvang van de verbindingsruimtes tussen de bekledingselementen: elk detail
biedt punt voor punt een antwoord op de talrijke vragen (van mechanische,
architecturale en zintuiglijke aard) die de architectuur stelt. De technische
oplossingen zijn deel per deel uitgewerkt, maar steeds uitgaande van het
globale ontwerp dat dit gebouw is, van zijn algemene vorm en het systeem
dat de delen onderling verbindt. Om de aard van het architecturale probleem
te begrijpen moet de bezoeker de oplossing uiteindelijk vlak voor zijn neus
zien. De architectonische taal begrijpen en de betekenis van de architectuur
weergeven gebeurt door inductie, daarin schuilt de diepe verwantschap tussen
de engineering van dit uitzonderlijke gebouw en de gebruikte methode van
de kunstenaar in de vorm van een codering van de polychromie: de ‘figurale
inductie’ is de uiteindelijke comprimering van het gezamenlijke denkwerk van
de architect, de ingenieur en de plastisch kunstenaar.
Het is belangrijk verder te kijken dan de klassieke tegenstelling tussen
‘esthetisch’ en ‘technisch’. Het detail is ook ‘zintuiglijk’: de effecten die
opgeroepen worden door de elliptische vorm en het circulatiesysteem langs
de buitenkant verrassen de bezoeker. Hier en daar kan een detail niet langer los
worden gezien van het geheel; het verschijnt niet enkel als een aanwijzing die
de perceptie vergemakkelijkt of als een min of meer zichtbare voorziening van
een assemblage, maar als de globale resultante van een architectuur. Het vloeit
voort uit een synthese en wijst op ruimtelijke beleving. Het detail is niet enkel een
op zichzelf staand zichtbaar effect noch een constructieve noodzaak, het wordt
een middel om de betekenis over te brengen. Die betekenis kan niet los worden
gezien van de eigenlijke ruimtelijk beleving, noch van het bezoek, het gebruik en
de bezetting. Uit filosofisch gezichtspunt brengt het detail suggesties aan, het
reikt een manier aan om een globaal begrip van het gebouw te krijgen. Het detail
opent een perspectief naar de moeilijk te begrijpen totaliteit van de architectuur
en is tegelijk een vertegenwoordiger van die architectuur.
Welk voorbeeld van detail is in die zin sprekender dan de brandtrappen aan
het eind van de vloeren van de lantaarn? Die vaak stiefmoederlijk behandelde
ruimtes zijn vaak veroordeeld tot een ondergeschikte rol, maar in Europa zijn het
ware meesterwerken van de kunst van lichter maken en materiaal besparen. De
opeenvolgende trapdelen lijken bijna te zweven, ze hangen tussen eenvoudige
wanden van geperforeerd staal, en hun structuur is redelijk transparant om het
uitzicht op het atrium niet te bederven en geen licht weg te nemen. Een stout
stukje, deze afdaling waarbij men de grond nauwelijks raakt!