Page 202 - ELEMENTS EUROPA (NL)
P. 202
198
Als we terugkeren naar de coulissen van de lantaarn, naar de gangen rond
de conferentiezalen die nauwgezet de vorm van de ellips volgen, dan vinden we
daar de synopsis van het meesterschap dat de architect aan de dag legt op het
vlak van technische kennis en kunstzinnigheid. Het effect dat door de gebogen
lijnen ontstaat, is verbluffend, we kunnen proberen te begrijpen hoe dat komt.
Dat er buiten de officiële vergaderingen en de hectische momenten om ook
gesprekken plaatshebben in de gangen, zal iedereen beamen die er een idee van
heeft hoe stormachtig het er binnen de gesloten cocon van de lantaarn soms aan
toegaat. Maar die gangen zijn in se geen foyers, hun functie is beperkt, eigenlijk
dienen ze alleen om de tolken een weg te bieden naar en van hun cabines. Dat
maakt de gangen er niet minder aantrekkelijk om, dankzij het natuurlijke daglicht
dat er indirect binnenstroomt en het perspectief dat door hun vorm geschapen
wordt: dat toont beter dan om het even welke plek in de lantaarn de bijna
mythische schoonheid van de glazen ellips.
De gebogen vormen, in alignement en in doorsnede, de horizontale curve
van de vloer en de curve die verticaal de welving van de lantaarn volgt, zorgen
voor een gecombineerd effect in de ruimte. Hun vluchtende perspectief brengt
ons op het spoor van een mogelijk begrip van hun architectuur. Het gaat niet
enkel om het appreciëren van de esthetische uiterlijkheden of het bewonderen
van de technische vakkundigheid; het gaat er vooral om voeling te krijgen met
de zuiver ruimtelijke effecten van de bewoonde vorm. Een gang in gebogen lijn,
daar ziet men het einde niet van, enkel de vorm van de wand is zichtbaar, en niet
de deuren waar de gang naartoe leidt. Het parcours langs de beglaasde galerijen
in de lantaarn van Europa zorgt voor een kick, vergelijkbaar met een ritje op
een paardenmolen boven het atrium, een tochtje boven de grote vide waar de
schitteringen van de duizenden vensters weerkaatsen. De dikke beglazing is die
van de glaspanelen met hun wit gemoffelde stroken, in trapeziumvorm gesneden
en stuk voor stuk van een profiel voorzien volgens de dubbele krommingsstraal
van de buik van de lantaarn.
Een voorbeeld van het ‘esthetische’ detail: hoe zien we nu eigenlijk die glazen
panelen? Vanuit de smalle oppervlakte die de gang is, merken we het verschil
tussen vlak en gebogen amper op. Het beeld van de globale vorm van het
gebouw, spontaan of gereconstrueerd, maakt de hypothese van een assemblage
met vlakke facetten onlogisch. De kromming van elk individueel paneel is
nauwelijks waarneembaar, maar het begrip van het ruimtelijk geheel waartoe
die panelen behoren, zorgt voor een bijgewerkte perceptie, waar de individuele
vorm van elk van de delen aandacht krijgt. Het is een typisch voorbeeld van
de theorie van de ordes van grootte. Beneden een zekere mate is het verschil
onzichtbaar. Het detail houdt hierbij zowel de vraag als de oplossing in: het
wordt geregisseerd door een orde die in de eerste plaats een beroep doet op
de perceptie. Het geeft aanleiding tot zowel een esthetische als een technische
invraagstelling; het luistert nauw naar het model van het architecturale ontwerp
en zijn synthetische betekenis.