
685 – SIAMU
TIR-centrum, Havenlaan – 1000 Brussel (België)
50°52’7.57’’N/4°20’46.9’’E
61.444 m² ; 2024-; (01/685).
- Architectuur
- Nieuwe Werken (met Jaspers-Eyers Architects)
- Stabiliteitsstudie (met Setesco)
- Speciale techniekenstudie (met FTI)
- Energetische en duurzame concepten van hoge kwaliteit (met FTI en Matriciel)
- Beoordeling duurzaamheid en circulariteit met GRO (met Matriciel)
- Ecologie en biodiversiteit (avec Ecowal)
- Integrale toegankelijkheid (met Plain-Pied)
- Stromingsleer (met Cenaero)
- Brandveiligheid (met Fire Safety Consulting)
- Veiligheid en zekerheid (met Robrechts & Thienpont)
- Kostenbeheer
- Akoestische concepten
- Keukeninrichting (met FBO)
DE STEDELIJKE CONTEXT
De Brusselse wijken ‘Noord’ en ‘Maritiem’ hebben de voorbije decennia een ware ruimtelijke, sociale en economische transformatie ondergaan.
Een van de opvallende kenmerken van deze wijken is de ontwikkeling van groene ruimten en zachte verkeersnetwerken.
Het DBDMH-kazerneproject, in combinatie met alle andere projecten die in de buurt lopen, toont het grote potentieel voor revitalisering van de site aan.
HET VOLUME VAN HET GEBOUW
De massa van het gebouw is in dialoog met de omliggende locatie. In het zuiden kijkt het gebouw uit op laagbouw. In het oosten en noorden wordt het begrensd door de hoge gebouwen van het TIR (Transport International Routier), terwijl het in het westen uitkomt op het nieuwe openbare plein.
Het gebouw heeft een symbolisch uniforme massa die wordt gekenmerkt door losstaande elementen die de diversiteit van de functies die het huisvest duidelijk tot uitdrukking brengen.
Het gebouw heeft twee parallelle vleugels, één aan de noordkant en één aan de zuidkant, die aan de westkant verbonden zijn door een open atrium van volledige hoogte. Een fotovoltaïsch zonnescherm dat een niveau boven de groene daken zweeft, benadrukt de volumetrie van het geheel.
Aan de noordoostkant is de oefentoren het hoogste deel van het complex en fungeert als een sterk signaal voor het architectonische ensemble. Zijn schaduw heeft alleen invloed op de blinde gevels van het TIR. Als zodanig heeft het geen nadelig effect op de omgeving wat betreft zonnewinsten, natuurlijke verlichting of tocht.
DE TOEGANG TOT DE SITE
In overeenstemming met de planning van het terrein is de hoofdingang, ontworpen als een royale en emblematische groene ruimte, in het midden van de westgevel van het gebouw geplaatst en biedt directe toegang tot de Maritiemdreef en het uitgebreide netwerk van fietspaden.
De garage voor hulpverleningsvoertuigen bevindt zich aan de zuidgevel van de zuidvleugel, langs de logistieke weg. Voertuigen keren terug via de Stapelhuizenstraat aan de noordkant van de noordvleugel. Auto’s en motoren, maar ook bestel- en vuilniswagens rijden langs deze zelfde gevel in en uit.
EEN DRIEDIMENSIONALE BUURT OP MENSELIJKE SCHAAL
Het uitgebreide multifunctionele programma leidt tot het ontwerp van een “driedimensionale wijk” waarin elk van de functies is gekoppeld aan groene ruimten, hetzij in de open grond of op het dak.
Samengevat is de wijk als volgt georganiseerd: op de begane grond van de noordvleugel bevindt zich de retourinfrastructuur voor noodvoertuigen, evenals de logistieke toegang en het parkeren. De zuidelijke vleugel is gereserveerd voor noodvertrekken. Het westelijke deel geeft uit op de publieke cluster tegenover het toegangsplein, waar verschillende sociaal-culturele evenementen kunnen plaatsvinden. De bovenste verdiepingen zijn bestemd voor administratieve en opleidingsactiviteiten.
Het project is georganiseerd rond 11 functionele ‘clusters’.
De clusters “Interventie” en “Callcenter / Dispatching” vormen het hart van de activiteit van het DBDMH en regelen de satellietorganisatie van de clusters “Operationeel- en Administratief Centrum”, “Logistiek Centrum”, “Aansluitende Lokale” en “Sport”, die integraal deel uitmaken van het leven van het DBDMH.
De cluster “Publiek”, aan de westkant, is georganiseerd rond het onthaal van personeel en bezoekers. Alle ruimtes van deze cluster hebben uitzicht op de stedelijke ruimte. Er zijn vier hoofdruimtes: een groot auditorium, een wetenschapscentrum, een bibliotheek en een museum.
Het project omvat in de cluster “BRUSAFE” ook een regionale school voor veiligheids-, preventie- en reddingsberoepen.
Tot slot staat de cluster “Interventiesimulatie” ter beschikking van BRUSAFE en het DBDMH. Het bestaat uit een herenhuis op een typisch Brussels plan en een appartementsgebouw dat de oefentoren vormt.
Verticale circulatiekernen en een toegangscontrolesysteem liggen rond het centrale atrium en zijn zo geplaatst dat het openbaar verkeer niet in contact komt met de interventiestromen van de DBDMH-zone.
LEEFBAARHEID
De indeling van de verschillende functies is georganiseerd op basis van operationele efficiëntie, maar ook op basis van beperkingen in verband met brandveiligheid en integrale toegankelijkheid. Het blijkt dat deze beperkingen, vanwege hun menselijke schaal, een positieve invloed hebben op het ontwerp.
Het “Nieuwe Werken” biedt een innovatieve aanpak voor het organiseren van werk in een brandweerkazerne. Het project is ontworpen om het gebruik van werkplekken te optimaliseren. Er zijn multifunctionele zones gecreëerd om veelzijdigheid en flexibiliteit te stimuleren. Het werkcomfort wordt aanzienlijk verhoogd doordat elk cluster toegang heeft tot een groene tuin of terras.
DE VEGETALE RUIMTES
Beplanting speelt een sleutelrol in het project en draagt bij aan de harmonieuze integratie in de stedelijke omgeving en aan het duurzame karakter ervan. Bovendien zijn de verschillende beplante delen van het gebouw kenmerkende elementen van de architectuur en de openbare ruimte.
Zoals vereist door de nieuwe Good Living regelgeving is 30% van het perceel begroeid, waarvan de helft open terrein is. Er zijn twee groene zones gecreëerd, een aan de westkant, die fungeert als een “stedelijke ademruimte” tussen het gebouw en de openbare ruimte, en de andere aan de oostkant, als uitbreiding van het toekomstige park aan de andere kant van de logistieke weg, met de oefentoren op de achtergrond.
Het dak, de vijfde gevel van het gebouw, draagt bij aan de vergroening van het terrein. Leuningen bestaande uit struikgewas voegen een extra plantaardige dimensie toe aan het geheel. Tussen de paden zorgen gebieden met bloeiende weiden voor een kleurrijke, natuurlijke sfeer. Tot slot bedekt een uitgestrekte watervlakte, versierd met waterplanten, een deel van de zuidelijke vleugel van het gebouw en vormt zo een oase van frisheid.
DE MATERIALITEIT
De geïsoleerde bouwschil is bekleed met verticaal geplaatste golfplaten, afgewisseld met gegalvaniseerde stalen lekdorpels. Deze elementen bieden een doeltreffende bescherming tegen de elementen.
De balustrades en buitentrapomhullingen zijn gemaakt van gegalvaniseerd strekmetaal, dat meer dan 85% geperforeerd is biedt voor effectieve ventilatie en veiligheid.
De uniformiteit van de gevel geeft het hele complex een schaal die vergelijkbaar is met die van naburige industriële gebouwen. Bovendien biedt de herhaling van één materiaal economische voordelen door schaalvoordelen bij de productie, installatie en het onderhoud van de gevel.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan de vijfde gevel. Hier kunnen gebruikers van het gebouw genieten van beplante gebieden om te socialiseren, te sporten en de stad te bekijken. Deze aangelegde gebieden stimuleren de lokale biodiversiteit, fungeren als koelte-eilanden en dragen bij aan het regenwaterbeheer, waardoor de druk op afvoersystemen wordt verminderd.
In tegenstelling tot dit streven naar uniformiteit is de oefentoren een waar kunstwerk. Ontworpen met allerlei soorten gerecyclede materialen en kleuren in frames van gewapend beton, biedt het een unieke en speelse esthetiek. De verscheidenheid aan materialen biedt de brandweerlieden ook een grotere verscheidenheid aan oefeningen.
DE “GRO” AANPAK *
Het project is gebaseerd op een robuust en passief klimaatontwerp, adaptief thermisch comfort in de zomer, doordachte aanpak van glazen oppervlakken en natuurlijke verlichting van de gebouwen en het gebruik van materialen die het milieu en de menselijke gezondheid respecteren.
Het gebouw is zo ontworpen dat het zo min mogelijk impact heeft op het milieu, met o.a. 90% hergebruik van regenwater.
*GRO: GRO is geen afkorting maar een Noorse vrouwelijke voornaam die “groei” betekent. Dit instrument voor duurzaamheid is vernoemd naar de voormalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland, die ook voorzitter was van de VN-Wereldcommissie voor Milieu en Ontwikkeling en in 1987 het rapport “Our Common Future” publiceerde.”.
.
Wedstrijd op uitnodiging.
Design-Build-Finance-Maintain opdracht met Besix.