Page 20 - Tussen binnenstad en spoor - Leuven 2003
P. 20
18
Samyn & Partners namen ook deel aan de wedstrijd uitgeschreven een uitgangspunt van het bureau Samyn. Het is een modulair sys-
voor het nieuw Vlaams Administratief Centrum (VAC). Zoals in teem dat een diversiteit aan kantooroplossing kan bieden. Als
Hasselt, het eerste VAC gebouw, koos de Vlaamse Gemeenschap basismodule is gekozen voor 1,80 meter waardoor een standaard-
voor een locatie nabij een station. De stedenbouwkundige rand- kantoor een breedte krijgt van 3,60 of 5,40 meter met daarbij een
voorwaarden van het ontwerp lagen vast in het BPA opgemaakt diepte van 5,40 meter.
door professor Marcel Smets. Alle ontwerpers moesten een
gebouw maken met een lange sokkel met op het einde een toren- De lange binnenstraat is geconcipieerd als een lange lokettenzaal
volume, veel vrijheid liet het BPA niet toe. en een permanente tentoonstellingsruimte en is bereikbaar vanaf
het station en via de hoofdingang onder de toren. Alle kantoor-
Binnen deze strikte randvoorwaarden opteerde Samyn voor een ruimtes hebben een natuurlijke verlichting en kunnen op natuurlijke
slingerbeweging van de sokkel waarmee een antwoord wordt wijze geventileerd worden. Alle kantoorruimtes zijn uitgerust met
gegeven op de basisvorm van het bouwterrein. Door deze krom- vensterdeuren en balkons, daardoor krijgt de gevelcompositie een
ming komt het gebouw los van de keermuur aan de kant van het strakke ritmiek met verticale raamopeningen. De balkons hebben
spoor. Aan de kant straat werd een gedeelte uitgesneden en inge- een klimatologische functie als zonnewering en fungeren gelijk-
richt als een groene zone, een oplossing die ook aanwezig is in het tijdig als vluchtweg, een optie binnen het veiligheidsaspect van het
winnend project van Gigantes & Zanghelis. Op deze wijze ontstaat gebouw.
aan beide langszijde een open ruimte voor het publiek. Het concept van het gebouw houdt rekening met de klimatische
Zoals steeds kiest Samyn voor een gebouw met een glasheldere aspecten waarbij energieverslindende installaties om het interieur-
structurele opbouw. De sokkel is opgedeeld in twee zones met in klimaat te beheersen tot een minimum wordt beperkt. Natuurlijke
het midden een open ruimte met bovenaan een glasstrook en dit verlichting en verluchting, zowel boven- als ondergrond, wordt
over de totale lengte van het gebouw, zelfs onder het gedeelte van maximaal aangewend. De garageniveaus staan in onderlinge ver-
het torenvolume. Op deze wijze kan voldoende daglicht worden binding met vides om op een natuurlijke wijze de parkeerruimte te
geïntroduceerd in het inkomgedeelte. Deze zone vormt de rug- ventileren, het concept van “cross-ventilation”. De toren bezit een
gengraat van de sokkel. Vier kernen, op 36 meter van elkaar elegante compositie door het volume onderaan smaller te dimen-
geplaatst, met daarin de verticale circulatie en de toiletten, rit- sioneren en door het articuleren van de verticale circulatiezones in
meren de grote lengte van het interieur. Het introduceren van hel- de gevelopbouw.
dere opbouw en een maximale functionele flexibiliteit is steeds