Page 103 - Tussen binnenstad en spoor - Leuven 2003
P. 103
101
Het ontwerpteam ging uit van een ’multiple skin’ gevel met ruime __ ENERGIEPRESTATIE
mogelijkheden voor de regeling van daglicht- en zonnetoetreding.
Deze flexibiliteit moet de gebruiker toelaten actief in te grijpen op Tot voor kort was de evaluatie van de energetische kwaliteit van
veranderende buitenklimaatomstandigheden, op uiteenlopende een gebouw alleen gebaseerd op de thermische isolatiekwaliteit
eisen aan de daglichttoetreding en op tijdelijke wensen aan de van de gebouwschil. Europees en internationaal groeide de con-
visuele relatie binnen-buiten en buiten-binnen. Op de buitengevels sensus rond een energieprestatiebenadering van gebouwen. Bij
van de kantoren zijn achter elkaar schuivende houten kaders voor- deze aanpak blijft de thermische isolatiekwaliteit van de gebouw-
zien waarin vaste horizontale lamellen zijn aangebracht. Het dicht- schil belangrijk, maar wordt ook aandacht besteed aan de energe-
schuiven van deze panelen wordt automatisch gestuurd, maar de tische consequenties van ventilatie, koeling, bezonning en
gebouwgebruiker kan lokaal de zonwering terug open sturen als hij verlichting. De aanpak is al sterk ingeburgerd in de energiewetge-
dat wenst. Op de lange atriumgevels van de kantoren wordt langs ving van onze buurlanden, en zal ook in Vlaanderen in de wetge-
de kant van het atrium een optrekbare houten zonnewering met ving worden opgenomen. De energieprestatiebenadering brengt
oriënteerbare horizontale lamellen aangebracht. Deze zonnewering op een integrale manier de interactie tussen de verschillende ener-
is handbediend. Op de atriagevels en –daken is een automatisch giestromen in een gebouw in rekening. Dit maakt van deze
gestuurd mobiel buitenzonneweringsdoek aangebracht. methode het hulpmiddel bij uitstek om de impact van zeer diverse
ontwerpmaatregelen op het energieverbruik van het gebouw te
BINNENLUCHTKWALITEIT Om een optimale binnenluchtkwaliteit evalueren en tegenover elkaar af te wegen.
te kunnen garanderen, worden voor de kantoren verse luchtde- We bespreken enkele cruciale deelaspecten:
bieten voorzien op 60 m3/h per persoon voor een bezettingsgraad - functionele zonering en bufferruimten;
van 10 m2/persoon. Deze voorzieningen komen overeen met de - thermische kwaliteit van de gebouwschil;
hoogste binnenluchtkwaliteitsklasse IDA 1 (pr EN 13779). - beheersing van de zonnewinsten;
Twee ontwerpmaatregelen laten toe het energieverbruik dat - thermische aspecten van de technische installatie;
gekoppeld is aan deze comfortkeuze, te beperken: - procesgebonden energieverbruik.
- de lucht uit de kantoortorens wordt via overstort als secundaire
lucht benut in de atria ; FUNCTIONELE ZONERING EN BUFFERRUIMTEN Een essentieel
- de warmterecuperatie op de ventilatielucht gebeurt met hoog- uitgangspunt bij het rationeel energieverbruik voor verlichting en
rendements regeneratieve accumulatoren. klimaatbehandeling (verwarming, koeling en toevoer van verse
lucht), is het beperken van de werking van de installaties tot
BENUTTING VAN DE THERMISCHE CAPACITEIT VAN plekken en tijdstippen waarop dit omwille van de functie van het
DE CONSTRUCTIE De thermische capaciteit van de betoncon- gebouw vereist is. Functioneel bestaat het bovengrondse deel van
structie heeft een niet onbelangrijk effect op het temperen van de het gebouw uit flexibele kantoorvloeren, vergaderzalen voor intern
stijging van de binnentemperatuur tijdens zomerse piekperiodes. en voor gemengd gebruik, en een restaurant. De functionaliteit in
Om de thermische capaciteit van de betonconstructie te kunnen tijd en ruimte is voor deze functies zeer verschillend.
benutten werd een opengewerkt verlaagd plafond ontworpen.
De kantoren en vergaderzalen voor intern gebruik worden geken-
LOKALE REGELMOGELIJKHEDEN Om de gebruikerstevreden- merkt door een vast tijdschema. De ruimtelijke organisatie van indi-
heid te verhogen worden lokale regelmogelijkheden voorzien: viduele kantoren, landschapskantoren, concentratiewerkplekken,
_ openen van ramen in de binnengevels naar het atrium ; ontmoetingsruimtes, vergaderruimtes … is echter variabel en de
_ individuele bediening van de daglichttoetredingsregeling met deelfuncties zijn onderling vrij uitwisselbaar. De klimaatbehande-
lamellen op de binnengevels naar het atrium ; lings- en verlichtingsinstallaties worden daarom in kleine regel-
_ beperkte grootte van de regelzones van de klimaatplafonds. zones opgedeeld. Verwarming en koeling gebeuren via