Page 78 - ELEMENTS EUROPA (NL)

74
DE RESTAURANTS EN KEUKENS
GROOTSCHALIGE APPARATUUR
De restaurantapparatuur heeft een topcapaciteit van +/- 1200
maaltijden per dag. Het merendeel staat in het grote restaurant
en de hoofdkeuken op niveau -1. Daar worden dagelijks
ongeveer 600 maaltijden geserveerd in twee shifts. De cafetaria
op de begane grond serveert per dag 400 maaltijden, eveneens
in twee shifts. Beide voorzieningen zijn bedoeld voor het
personeel en de bezoekers.
Op de 9de en 11de verdieping wordt het midden van de
lantaarn in beslag genomen door eetzalen voor de deelnemers
aan topontmoetingen. In feite zijn het officieel conferentiezalen
omgeven door tolkencabines, waar de deelnemers een maaltijd
kunnen krijgen. Op de 10de verdieping omsluit de ruimte als
een krans een gesloten volume in het midden. Op de kleine
tafels in deze polyvalente ruimte kunnen maaltijden geserveerd
worden, wat gelegenheid schept voor het voeren van informele
gesprekken.
In die drie zalen kunnen dagelijks ongeveer 200 maaltijden
geserveerd worden dankzij de keuken – van beperkte omvang
maar volledig uitgerust – die op elk van die verdiepingen
aanwezig is.
De koffie voor de conferentiezalen op niveau 3, 5 en 7 wordt
geleverd vanuit een grote koffiecentrale op de 7de verdieping.
De delegaties kunnen zich ook wenden tot een bar op de 3de
verdieping, in de buurt van de Raadszaal.
LICHT EN GEZELLIGHEID
Het grote bedrijfsrestaurant bevindt zich in de
kelderverdieping, wat een weliswaar minder ‘nobele’ ligging is,
maar die wordt gerechtvaardigd door het sporadische gebruik
ervan. Hoe maak je een ruimte op zo’n locatie toch gezellig en
aantrekkelijk?
Die vraag kan met één woord beantwoord worden: licht. De
ruimte oogt zo groot mogelijk doordat het natuurlijke licht op
vier plaatsen binnenvalt: via een glazen wand met uitzicht op
de langgerekte binnenplaats die langs de hele oostgevel van
het atrium loopt, via twee grote openingen (rond de cirkel van
centrale zuilen) naar de hoger gelegen verdieping die het licht
vanuit het atrium binnenlaten, en via een ovale oculus in het
midden van de ruimte, op de as van de lantaarn.
De parketvloer in licht eikenhout, de lichte muren en het
kleurrijke akoestische plafond zorgen ook visueel voor een
luchtige sfeer.
In de eetzalen op de 9de en 11de verdieping belemmeren de
omliggende tolkencabines het uitzicht naar buiten toe, maar de
prestigieuste zaal op de 11de verdieping, gelegen in de top van de
lantaarn, baadt dankzij een grote, glazen oculus in natuurlijk licht.
De polyvalente ruimte op de 10de verdieping strekt zich uit
tot aan de gevel van de lantaarn, waardoor ze geniet van een
overvloed aan natuurlijk licht en een panoramisch uitzicht op
het atrium biedt.
HET GROTE FREEFLOWBUFFET OP NIVEAU -1
Het freeflowbuffet bevindt zich op de plaats waar de
concentrische lantaarn en het rechthoekige Résidence Palace
elkaar ontmoeten. De ruimte wordt sterk bepaald door twee
reeksen dicht op elkaar staande ronde, zware zuilen die in
gebogen lijnen geschikt zijn.
Om het opzet van de free flow te laten slagen moesten tussen
de zuilen losse buffetten opgesteld worden waartussen het
publiek zich vrij kan bewegen. Bovendien was het noodzakelijk
om het onderscheid tussen de dienstenzone en het gebied dat
toegankelijk is voor publiek, duidelijk aan te geven.
Hoe kan een zo drukbezette ruimte met een gebogen en
centrifugale vorm toch voldoende duidelijk ingedeeld worden?
Bij het uitwerken van het inrichtingsplan werd niet tevergeefs
gezocht naar een of ander ‘zuiver’ geometrisch richtinggevend
schema, maar geprobeerd om de ruimte structuur te geven
door de opstelling van de buffetten zelf.
Die buffetten – om economische redenen recht van vorm
– staan zo geschikt dat ze de gebogen zuilenrijen volgen,
waarbij hun afstand tegenover deze zuilengalerijen varieert
naargelang de benodigde ruimte vóór elk buffet. Ze zijn met
elkaar verbonden via een dienrail voor plateaus die in een
hoekige lijn loopt. Precies loodrecht als die dienrail ligt de grens
tussen de bezoekers- en dienstenzone, die elk een andere
vloer- en plafondafwerking hebben. Door die opstelling krijgt de
ruimte een extra ‘virtuele oppervlakte’ die het verschil aangeeft
tussen de warme bezoekerszone (houten vloer, kleurrijk
plafond, witte zuilen, blinkende roestvrijstalen buffetten) en
de koele dienstenzone (grijze harsvloer, plafond van gepolijst
roestvrij staal, witte muurtegels), zonder ze echter van elkaar te
scheiden.