Page 225 - DE BRANDWEERKAZERNE
P. 225

223

BRANDVEILIGHEID

Ghislain André en Denis Mélotte

COMPARTIMENTEREN EN EVACUATIE                                           hindernis te voorkomen werden sommige dienstlokalen, die ge-
                                                                        ografisch gezien deel uitmaken van de centrale kern, bij het grote
De Belgische reglementering omtrent brandveiligheid berust              compartiment met de voertuigengarage gevoegd.
volledig op het principe van compartimenteren: de brand wordt
ingeperkt tot het compartiment waar hij zich voordoet om uitbrei-       Voor een vlot verloop van evacuaties zijn de sassen die toegang
ding te voorkomen, en intussen kunnen personen snel geëvacu-            verlenen tot de garage voor interventievoertuigen bovendien
eerd worden via vluchtwegen en brandtrappen.                            voorzien van brandwerende zwaaideuren met patrijspoorten (kant
                                                                        garage) en brandwerende deuren die door een magneetsysteem
Een gebouw moet daarom met brandwerende muren opgedeeld                 open blijven staan (kant gang).
worden in compartimenten. Elk daarvan moet bereikbaar zijn via
minstens twee trappen, die in verbinding staan met vluchtwe-            Niveau 2
gen. Compartimenteren heeft bijgevolg een grote invloed op het          De centrale kern vormt een compartiment ter hoogte van twee
architecturale ontwerp, omdat het mee het aantal trappen, gangen        verdiepingen dat volledig omgeven is door een parkeerruimte.
en doorgangen tussen aangrenzende compartimenten, alsook de             Ze zijn van elkaar gescheiden door brandwerende muren, gedeel-
locatie ervan bepaalt.                                                  telijk in glas.

Volgens de Basisnormen1 die in België gelden, is de kazerne een         Niveau 3
middelhoog gebouw, waarvan de hoogste bereikbare verdieping             Op dit niveau komen vier verschillende functionele zones, elk met
zich 14,75 m (dus lager dan 25 m) boven het laagste niveau met          hun eigen brandveiligheidsvereisten, tot uiting in de compartimen-
de ingangen voor bezoekers en personeel (niveau 0) bevindt, dat         tering: de administratieve zone, de rustzone (met opleidingsruim-
toegankelijk is voor interventievoertuigen.                             te), de sportzaal en de technische ruimten.

Elk niveau vervult een andere functie en heeft daardoor zijn speci-     Niveau 4
fieke indeling in compartimenten.                                       Ook hier weerspiegelt de compartimentering de verschillende
                                                                        functies: keuken en eetzaal, kas en wintertuin, tribunes van
Niveau 0                                                                de sportzaal (zelfde compartiment als de zaal op niveau 3)
Het compartiment van de parkeergarage ligt aan de westkant en           en technische ruimten.
beslaat meer dan de helft van de oppervlakte van dit niveau. Aan
de oostkant bevindt zich een compartiment met opslagruimten             VERTICAAL VERKEER
en de belangrijkste technische ruimten. De vluchtweg daartussen
doorkruist het hele gebouw van noord naar zuid. Het verkeer             Het aantal en de plaatsing van de brandtrappen werden bepaald
afkomstig van de vier brandtrappen waarmee het gebouw is uitge-         door de af te leggen afstand in geval van evacuatie.Tussen de
rust stroomt mee langs die vluchtweg. De evacuatie verloopt aan         technische ruimten werden drie trappen voorzien (assen 11 en 12).
de zuidkant via de oprit bij de bezoekers- en personeelsingang of       Samen met de bezoekerstrap bij de hal (assen I/9) bedienen ze alle
aan de noordkant via een tunnel die naar een buitentrap naast de        niveaus en komen ze uit op de grote noord-zuidgerichte gang op
oefentoren leidt.                                                       het evacuatieniveau (niveau 0).

In de parkeergarage sluiten bij brand automatisch acht rookscher-       Niveau 3 is uitgestrekter en vereist een extra trap (assen D/6). Hij
men. Er zijn meerdere sluitscenario’s zodat de ventilator in de tunnel  loopt via niveau 2 naar niveau 1, waar doorheen het centrale com-
aan de noordkant van het gebouw de rook kan evacueren afhanke-          partiment een oversteek is gemaakt naar de evacuatieweg.
lijk van de locatie van het brandende voertuig. Compensatielucht
komt binnen via de ingang van de parkeergarage en de centrale hal.      Het gebouw bevat ook de ‘glijbuizen’ die zo typisch zijn voor een
                                                                        brandweerkazerne. Ze bevinden zich in de ‘schachten voor glij-
Niveau 1                                                                buizen’, die opgevat zijn als trappenhallen (brandwerende muren
De standplaats voor voertuigen en het mechanisch atelier vormen         en deuren). Een ‘glijbuis’ voor de brandweermannen vertrekt op
één groot compartiment van 4938 m2, een aanzienlijke oppervlakte        niveau 4 en komt uit in de parkeergarage op niveau 1 (as D/7), een
die bijzondere maatregelen voor rookafvoer vereist. Bij een alarm       andere ‘glijbuis’ voor de officieren vertrekt op niveau 2 (as J/7).
schuiven 12 van de 48 uitrijpoorten rond de kern open om de rook
te evacueren.

In het midden van de cirkel scheiden sassen (felgeel op de platte-      1 – Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 en herzieningen, tot vaststelling van de
grond) het compartiment van de verblijfsruimte van de standplaats       basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe
voor voertuigen. Om bij interventies elke mogelijke functionele         gebouwen moeten voldoen, Bijlage 3/1: middelhoge gebouwen.
   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230