Page 218 - DE BRANDWEERKAZERNE

216

Het water verzameld op het oefenterrein bij de oefentoren ten – elektriciteitsruimte met de algemene laagspanningsschakelkast;
noorden van het gebouw stroomt naar een ondergronds betonnen – de ruimte met de mazouttank voor de generator op het dak van
reservoir van 20 m3, waarvan de overloop aangesloten is op het de zuidtrap erboven (wat een gemakkelijke toegang vereist voor de
riool. Het reservoir staat in verbinding met een brandkraan en dient brandstofleverancier);
als waterbron bij oefeningen voor het blussen van voertuigen en – de ruimte voor productie van sanitair warm water, verbonden
brandhaarden met koolwaterstof. Het schuim voor het doven van met de thermische zonnepanelen op het dak van de sporthal;
klasse B-branden (met vetten) is bioafbreekbaar en mag dus in het – de ketelruimte, die ook van buitenaf toegankelijk is, en het bijlo-
openbaar riool terechtkomen. kaal met de warmwaterketel;
– de ruimte met de UPS2 en de centrale voor technisch beheer;
Het afvalwater van de site wordt afgevoerd naar het rioolstelsel – de sanitaire ruimten met de waterontharder en de regenwater-
van de lagergelegen Rue de laTombe. Naargelang de herkomst verdeler die aangesloten is op de eerdergenoemde ondergrondse
wordt een deel van het afvalwater behandeld voordat het in het kuipen;
riool terechtkomt: – de ruimte voor productie en verdeling van koelwater, die in
– het water uit de keuken op niveau niveau 4 stroomt door een verbinding staat met de condensatoren op het dak.
vetafscheider op niveau 2;
– het water van de parkeergarage op niveau 0 gaat naar een De vier belangrijkste kokers die grenzen aan de distributienet-
ondergrondse koolwaterstofafscheider. werken monden uit op het dak en zorgen voor de noodzakelijke
verbinding met de technische installaties die buiten moeten staan.
ZONERING VAN HET GEBOUW De schone lucht die dient voor de ventilatie van de lokalen wordt
aangevoerd vanaf de westkant, boven het volume van de eetzaal
De lokalen in de nieuwe brandweerkazerne van Charleroi zijn gegroe- en de keuken op niveau 4. Vervuilde lucht wordt aan de andere
peerd volgens vier verschillende gebruiks- en bezettingseenheden: kant afgevoerd, boven het dak van de sporthal. De aanvoerpunten
– een logistieke eenheid (voertuigenhal, werkplaats, garage, op- voor schone lucht profiteren dus van de dominante windrichting en
slag …); zijn beschut tegen mogelijke vervuiling door uitlaatgassen van
– een administratieve eenheid; de interventievoertuigen op de weg rond het gebouw.
– een entiteit waar permanent personeel aanwezig is, dat volgens
een ploegensysteem dag en nacht werkt; Het dak boven de drie centrale trappen bevat een ‘holle ruimte’
– een oefenentiteit met haar omgeving. voor buitenapparatuur zoals de condensatoren van de koelinstal-
laties voor de informaticalokalen, de extractiegaten van de hal
De groepering van de lokalen in elke eenheid, die volgens de voor interventievoertuigen en de wasemkappen van de keuken, de
logische nabijheid van andere eenheden en met het oog op vlotte condensatoren voor de productie van koud water en de generator.
interventies verdeeld zijn over de vijf verdiepingen van het gebouw, De apparatuur is aan het zicht onttrokken door een geperforeerde
dienden als basis voor de uitwerking van vijftien gebruikszones voor stalen plaat die luchtdoorlatend is, wat noodzakelijk is voor de
de technische installaties: goede werking ervan.
– niveau 0: parkeergarage en logistieke ruimten;
– niveau 1: voertuigenhal, ambulancehal, logistieke ruimten; Op de verdiepingen verloopt de distributie van vloeistoffen vanuit
– niveau 2: logistieke ruimten, administratieve ruimten; de kokers en de technische ruimten door de centrale gangen die
– niveau 3: opleidingslokaal, rust/nachtzone, alarmcentrale, admini- elke zone bevoorraden.
stratieve zone, fitnessruimte, sportzaal;
– niveau 4: eetzaal, keuken. VENTILATIE

Elke zone is aangesloten op de gemeenschappelijke distributienetwer- Met uitzondering van de parking op niveau 0, die niet bij het ver-
ken met inachtneming van isolerings- en partitioneringsmaatregelen. warmde volume van het gebouw hoort, en van de hal met inter-
ventievoertuigen, waarvan de grote sectionaalpoorten regelmatig
VERDELING VAN DE TECHNISCHE INSTALLATIES opengaan, wordt het debiet van de aangezogen en afgevoerde
ventilatielucht in de kazerne mechanisch geregeld.
Doordat zich op de vijf bouwlagen zowel verticale als radiale con-
structies bevinden, moest de inplanting van de technische ruimten Elke luchtbehandelingscentrale is een combinatie van pulsie en
goed doordacht gebeuren om de verdeling van de netwerkinstal- extractie en bevat een hoogrendementssysteem voor warmtere-
laties te vereenvoudigen en ze zo weinig mogelijk te verspreiden cuperatie (>75 %), evenals de filters en verwarmings- en koelings-
over het gebouw. De meeste van die lokalen en kokers tussen de batterijen die nodig zijn voor de behandeling van de buitenlucht.
verdiepingen zijn op een natuurlijke manier boven elkaar geschikt, De voorkeur werd gegeven aan schroefcompressoren, die tegelij-
op de assen 11 en 12, tussen de drie verticale verkeersknooppun- kertijd de warmte en de vochtigheid van de geëxtraheerde lucht
ten langs de centrale, noord-zuidgerichte gang. regelen. De centrales die de logistieke ruimten, de ‘fitnessruimte’
en de keuken bedienen, zijn echter voorzien van plaatwarmtewis-
Vanuit de lokalen met de aansluitingen op de stadsnetwerken op selaars zodat de lucht van buiten niet vervuild raakt door contact
niveau 0 (zie hierboven) gebeurt de belangrijkste verdeling via de met de geëxtraheerde lucht. Alle warmtewisselaars zijn voorzien
centrale gang langs as 12, die volgende lokalen met elkaar verbindt: van een bypass.