Page 89 - ELEMENTS EUROPA (NL)

ELEMENTS EUROPA
en komt de zaal binnen via vloerroosters die precies langs de
tafels verdeeld zijn, met één blaasmond om de andere plaats. De
grote oppervlakte, die bij de aansluiting met de verticale kokers de wanden.
bedekt is met naast elkaar geplaatste luchtslangen, vereist een
valse vloerconstructie versterkt met dwarsliggers, waarbij de
onderstellen die de vloer dragen niet op de voegen van de tegels
komen te liggen, maar in de tussenruimtes tussen de leidingen.
DE PLAFONDS VAN DE GANGEN
De holle ruimtes boven de plafonds van de gangen waren
het onderwerp van een moeizame studie. Daar lopen immers
de leidingen voor de aan- en afvoer van lucht, de waterbuizen
voor de klimaatplafonds en de bekabeling voor sterkstroom en
zwakstroom om de lokalen te bedienen die op de betreffende
gang uitkomen. Ze delen een ruimte die beperkt is, zowel in de
breedte als in de hoogte, ze moeten waar nodig elkaar kunnen
overlappen bij de aftakkingen naar de lokalen, zowel naar links
als naar rechts toe, en bovendien moeten ze steeds bereikbaar
zijn voor onderhoudswerken. Het in goede banen leiden van
de overlappingen was hierbij de sleutel tot succes. Tijdens het
volledige bouwproces werden er een massa dwarsdoorsnedes
van de gang getekend om zich ervan te vergewissen dat elke
leiding wel degelijk op de juiste plaats terechtkwam.
Het centrale deel van het plafond werd opgehoogd ten
opzichte van de zijkanten om met indirect licht te kunnen
werken en signalisatie te kunnen plaatsen op de dikte van
het lagere deel. Dat centrale deel bestaat uit witte metalen
panelen die uitneembaar zijn als er aan de leidingen moet
worden gewerkt. Die laatste zijn zorgvuldig geplaatst zodat
de bedieningselementen rechtstreeks toegankelijk blijven.
DE KANTOREN AAN DE GEVELKANT
In de kantoren zijn de speciale technieken nauwelijks
zichtbaar. Klimaatplafonds, witte panelen van geperforeerd
staal met daarboven een geluidsabsorberende mat, leveren
door straling de nodige warmte en koude. Tegenover elk
venster en haaks erop omlijst een witte strook van 30 cm breed
elk zichtbare voorziening: verlichtingsapparatuur, blaasmond
voor verse lucht, branddetector, sprinkler, luidspreker en
bewegingsdetector.
DE BAROKKE ELLIPS EN ZIJN GANGEN 85
De luchtafvoer gebeurt buiten het zicht, aan de rand van
het lokaal, via de holle ruimte tussen de plafondpanelen en
Alle ramen in de kantoren van het beschermde gebouw
kunnen open en veel ramen geven toegang tot een balkon.
‘Lichtrekjes’, aan de bovenkant bedekt met spiegelglas,
weerkaatsen het daglicht op het plafond en zorgen ervoor
dat het licht diep in de lokalen doordringt, waardoor de nood
aan kunstlicht aanzienlijk verminderd wordt.
ZICHTBARE TECHNIEKEN
Om in de winter een aangename temperatuur in het atrium te
garanderen, bleek het nodig een warmeluchtgordijn te plaatsen
voor de beglaasde binnenkant van de dubbelhuidige wand.
Zo kon vermeden worden dat zich naar beneden toe koude
luchtstromen zouden vormen.
Dat effect wordt bekomen door een rij verwarmende
ribbenbuizen te plaatsen van 100 mm diameter over de hele
lengte van de noordelijke en de oostelijke gevel, ter hoogte van
de 1ste verdieping, geflankeerd door twee voedingsleidingen
met een diameter van 38 mm. Vanwege het doorzichtige
karakter van de gevel was het bij voorbaat uitgesloten de
warmtebuizen en de leidingen in een ondoorschijnende
convector te vatten, de oplossing die bij dit soort toepassingen
meestal gekozen wordt. De installatie moest dus in de
architectuur ingewerkt worden en dat kon enkel en alleen door
die technische elementen met de grootste zorg en precisie te
integreren.
De sleutel voor het systeem is de gezamenlijke drager
van de warmtebuizen en de leidingen, specifiek op punt
gesteld op basis van standaardelementen. De drager wordt
geprefabriceerd en vastgemaakt op elke raamstijl van de gevel.
Hij bestaat uit een verticale platte staaf die vastgeschroefd
wordt op de platte bevestigingsstaaf van de beglazing en drie
cilindervormige buizen die als console fungeren, een horizontale
platte staaf die op de middenconsole wordt gelast en vier
standaardklembeugels. De horizontale platte staaf is erop
berekend het verschil op te vangen tussen de tussenafstand van
de dragers (2,70 m) en de standaardlengte van de ribbenbuizen
(2,35 m). Die 35 cm wordt gebruikt om de hydraulische
verbindingen symmetrisch op te bevestigen, in de vorm van
twee eenvoudige elleboogbuizen.