Non si ha idea di quanti oggetti curvi esistano, e solo
[prof.] Mondrian Kilroy, seppur per approssimazione, ne
sapeva stimare l’impatto sulla rete percettiva dell’uomo,
e, in definitiva, sulla sua disposizione etico-sentimentale.
In genere gli riusciva difficile focalizzare la questione (…).
Ma era sua convinzione che la presenza di superfici curve
nell’indice dell’esistente fosse tutt’altro che accidentale,
e anzi rappresentasse in qualche modo la via di fuga
attraverso cui il réale sfuggiva al suo destino di struttura
forte, ortogonalmente organizzata, e fatalmente bloccata.
Era ciò che, in generale, “rimetteva in movimento il
mondo”.
Alessandro Baricco
City
109
EUROPA
4
GLAZEN ELLIPSEN
Het hart van het nieuwe gebouw is een gebouw binnen een ander gebouw: een soort
langwerpig rond brood in een vierkant broodmandje of, zoals de architect het stelde,
een sierlijk flesje in een schrijn. Na het bouwen was zijn architectuur zichtbaar door-
heen het scherm van hout en glas van de noordgevel (Wetstraat) en de oostgevel (kant
van het Justus Lipsius). Door zijn beeldende vorm en textuur zorgt dat voor een schril
contrast met het patchwork. Binnen in het atrium wordt de bezoeker overvallen door
de opaalkleurige massa.
Welk beeld onthouden we? Dat van een monumentale urn te midden van het atri-
um? Maar een urn is ambivalent: voor penningen, stemmen of as lijkt haar vorm een
symbool dat onlosmakelijk verbonden is met beraadslagingen, verkiezingen of dood.
Misschien moeten we het beeld breder, helderder en dynamischer maken? Philippe
Samyn koos voor het beeld van de lantaarn. De vorm zou die zijn van een bloembol
en een peertje, van een gaslamp of zelfs van een baken in zijn vuurtoren. De metafoor
roept talrijke associaties op met het idee van inwendige bescherming (van de wiek; van
de gloeidraad; van de gasvlam), ontworpen om de uitwendige straling te verzekeren.
De vorm van een lantaarn is niet willekeurig, ze komt voort uit de ligging van het ge-
bouw en de beperkingen van het terrein. De nieuw gebouwde spoorwegtunnel in de
kelderverdiepingen beperkt de beschikbare oppervlakte voor de verankering van de
structuur op het bodemvlak. Dat bodemvlak is erg smal, wat het idee voedde van een
uitlopende vorm zoals de kroon van een bloem.
We hebben er geen idee van hoeveel gebogen voorwerpen er
bestaan en alleen [professor] Mondrian Kilroy was, zij het bij
benadering, in staat hun impact te meten op het perceptuele
netwerk van de mens en, ten langen leste, op zijn morele en
gevoelsmatige bevattingsvermogen. Hij vond het doorgaans
moeilijk om in deze kwestie zijn positie te bepalen (…). Maar
hij was er ten stelligste van overtuigd dat de aanwezigheid
van gebogen oppervlakken in de bestaansindex allesbehalve
toevallig was en dat ze zelfs een soort achterdeurtje waren
waardoor het reële zich kon onttrekken aan de fataliteit van
een sterke structuur, orthogonisch georganiseerd en onver-
mijdelijk geblokkeerd. Die aanwezigheid was wat doorgaans
‘de wereld opnieuw in beweging zette’.
Alessandro Baricco
City
GLAZEN ELLIPSEN