Page 219 - AGC_MultiLingue_HD.indd
P. 219
219
lIgHT 3
Zodra het onderzoeksteam de eerste tekeningen voor het project uitwerkte, speelde men met het idee van een grote folie of een kooi van doorschijnend glas. Omdat er twijfel ontstond, vroeg het team ook aan anderen om mee over het onderwerp na te denken. het oorspronkelijke idee hield echter ondanks alle scepsis stand. het kreeg geleidelijk aan vorm en er werd bijzonder veel zorg en aandacht aan besteed. Bovendien bleek het gewoonweg de beste oplossing te zijn.
Na de torii van geparelstraald roestvrij staal die Philippe Samyn ontwierp voor het onderzoekscentrum van Nissan, ontpopte hij zich hier, in Louvain-la-Neuve, voor de tweede maal als beeldhouwer.
LIGhT 3 is een rechthoekig parallellepipedum van 13,50 m breed, 1,35 m dik en 17,10 m hoog. het bevindt zich op een afstand van 2,70 m van de lamellen van de zuidelijke gevel, in de as van de galerij.
Dat parallellepipedum bestaat uit:
– Enerzijds, 11 rechthoekige glazen ‘ladders’ van 1,35 m breed en 17,10 m hoog, loodrecht op de zuidelijke façade en met een tus- senruimte van 1,35 m. Elke ladder telt 9 glazen vlakken van 1,35 m breed en 1,80 m hoog, op een minder hoog basisvlak (90 cm).
– Anderzijds 2 damborden parallel aan de zuidgevel, loodrecht verbonden met de respectieve noord- en de zuidkant van de bo- venvermelde 11 ladders. Elk dambord bestaat uit 10 rijen horizon- tale vlakken boven elkaar, elke rij telt 10 vlakken van 1,35 m breed, afwisselend met en zonder glas. Net zoals voor de ladders zijn de bovenste rijen 1,80 m hoog, de onderste 90 cm. De beglaasde vlak- ken zijn in groepen van vijf geschikt, net zoals op een dambord, waarbij de vierkante vlakken vervangen zijn door rechthoeken van 3 bij 4 (1,35 m bij 1,80 m). Bovendien bevinden de beglaasde vlak- ken van het zuidelijke dambord zich tegenover de open vlakken van het noordelijke dambord en vice versa.
het geheel bestaat uit 210 vlakken extra helder gehard glas van 12 mm dik bij 1,35 m breed, naar rato van 189 vlakken van 1,80 m hoog en 21 vlakken van 90 cm hoog (99 vlakken van 1,80 m en
11 vlakken van 90 cm voor de ladders enerzijds, 90 vlakken van 1,80 m en 10 vlakken van 90 cm voor de twee damborden ander- zijds).
Net zoals bij een panluit bestaat deze constructie uit 10 spijlen op een vierkant met een zijde van 1,35 m en een hoogte van 17,10 m. het geheel is geplaatst op een rechthoekige waterspiegel van 18,90 m bij 4,05 m, half zo hoog als de basismodule (90 cm) zodat er een visuele illusie wordt gecreëerd die ervoor zorgt dat het lijkt of de sculptuur onder de grond doorloopt.
De 210 beglaasde vlakken zijn gevat in een driedimensionaal, loodrecht op elkaar staand rooster van vierkante proielen met een zijde van 12 mm, gemaakt van glanzend gepolijst, roestvrij staal. Ze zijn aan de rand gelijmd met zwarte silicone met een hoge elasticiteitscoëficiënt.
In verticale richting omsluiten 2 lagen van 11 balken van 17,10 m hoog zowel de beglazing van de 2 damborden als die van de
11 verticale lamellen.
De verticale balken van de noordelijke laag zijn met 9 horizontale drukstaven verbonden met het bovenste deel van de stijlen die de verstelbare horizontale lamellen van de zuidgevel dragen, hetzij op een hoogte van 11,70 m voor de sculptuur.
Die 22 verticale balken functioneren zowel voor tractie als voor compressie om de buigspanningen, waar de sculptuur door de inwerking van de wind onderhevig aan is, op te vangen.
In horizontale richting zijn de 11 verticale balken van elk van de
2 lagen onderling verbonden door 11 horizontale balken met een verticale tussenruimte van 90 cm voor de 2 laagste balken en van 1,80 m voor de andere. De twee lagen zijn ook overdwars verbon- den, van noord naar zuid, via 121 balken van 1,35 m lengte.
Dat geheel van balken vormt dus een zogenaamde apenkooi die de schuifkracht (het afschuiven) overneemt, veroorzaakt door de wind op de structuur, ongeacht of hij uit de noord-/zuidrichting of uit de oost-/westrichting komt.
De schuifkracht wordt overgenomen door het afschuiven van vlakken van gehard glas en overgebracht op de ‘apenkooi’ en zijn vier hoeken door middel van blokjes van neopreen in de vorm van diëders. Dat eenvoudige structurele concept vereiste wel dat de afgewerkte elementen heel nauwkeurig werden berekend.